2) Eenvoudige hulpmiddelen en tips

Hier vind je eenvoudige hulpmiddelen en tips. De nummers van deze tips zijn in volgorde van hoog naar laag. De nieuwste tips staan bovenaan.

Inhoud:

84. Een gietrand maken (bodemloze verlaagde plastic bloempot).

83. Horrengaas kap over tuinbedje.

82. Compost zeven in een bloempot met gaasbodem.

81. Grote aardappel doorsnijden en 1 deel bewaren.

80. Gaaskappen over (sla)-planten.

79. Grote aardappelpoters planten (voor meer oogst).

78. Zaaien in een cateringschaal met vakjes.

77. Optilhaak bij het gieten van planten met brede bladeren, b.v. sla of andijvie.

76. Eenvoudige afgiethulp (voor gebruik in de keuken).

75. Muisdichte opslagkist.

74. Water geven met een “spaargieter”.

73. Zaaien op vochtig wc-papier in een kuipje.

72. Horrengaaspotjes.

71. Slakkenhekjes..

70. Placemat met zaai-gaatjes.

69. Raamwerk van latjes voor een zaaibedje.

68. Schuifbakje gemaakt van margarinekuipjes.

67. Wit plastic dopje met zaadjes om te zaaien.

66. Droge stalmest zeven.

65. Zeef en bloempotschotel om “vloeibare mest te maken”.

64. Nylon koord met knoopjes op vaste afstanden.

63. Bloempotschotel met afsluitbare afvoer.

62. (Groenten) wegen met een bagageweegschaal.

61. Koemestkorrels fijn malen met een (stuk) stoeptegel.

60. Klein maatschepje voor kleine (groente)zaadjes.

59. Twee stukken elektriciteitsbuis aan elkaar maken (voor een bogentunnel).

58. Waterbuisjes als zaaihulp.

57. Plastic bloempotje om handschoenen te laten drogen.

56. Planten water geven via een bak en slangen.

55. Extra steun voor paprikaplanten in een speciekuip.

54. Stambonen vrijhouden van de ondergrond (tip van Wim).

53. Frame met insectengaas (tip van Wim).

52. Koude kweektunnel van golfplaat op 4 houten poten (tip van Wim).

51. “Korven” van gaas en dik ijzerdraad om planten te beschermen tegen vraat (tip van Wim).

50. Draad met markering op vaste afstand (tip van Wim).

49. Staken vastzetten met draadspanner (tip van Wim).

48. Flesjes op stokken, ijsstokjes als naamplaatjes, lege yoghurtbekers om in te zaaien (enkele tips van Liane).

47. Een plastic bloempot gebruiken om (pot)grond of compost te zeven.

46. Een dun laagje grond strooien met een bloempotje.

45. Stukjes krulsnoer om staakbonen te leiden.

44. Afdekstrook voor zaaisel.

43. Te openen gietrand.

42. Aardappelen poten met behulp van een bollenplanter.

41. Aardappelen voorkiemen in eierrekjes of op compost.

40. Werkwijze om een plant met een grote potkluit uit een bloempot te halen.

39. Aluminium folie achter binnenshuis opgroeiende plantjes (tip van Frits).

38. Naambordjes geknipt uit luxaflex (tip van Sandor).

37. Plantensteuntje voor preiplantjes.

36. Staken met lussen om de ranken van staakbonen door te leiden (tip van Wim).

35. Plankje voor het zaaien op vaste afstand  (tip van Wim).

34. Zaaisleuven maken met een houten hark  (tip van Wim).

33. Handige opslag van zakjes (groenten)zaad  (tip van Wim).

32. Hulpmiddel om de tuinslang over een rand te hangen.

31. Planten in de grond zetten met een bollenplanter.

30. Trapje voor staakbonen.

29. Plaat om potjes met plantjes op te zetten.

28. Handige afvalbak voor gft.

27. Zaaitips (algemeen).

26. Grijs plaatje om ontkiemende zaadjes goed te zien.

25. Kleine zaadjes (bakje, kroonkurk, cocktailprikkertje).

24. Vruchtwisselplan en tuinplan in Excel.

23. Emmerkasje.

22. Eenvoudige “donkere ruimte” voor witlof.

21. Kippenvoer (gemengd graan) als groenbemester.

20. Vogels voeren in een vlinderstruik.

19. Gereedschap in een compostvat.

18. Vierkante bloempotjes uit een tray knippen.

17. Eenvoudige steun voor zware takken bij de paprikaplant.

16. Hulpmiddel voor snijbonenmolen.

15. “Plankbrug” voor uienopslag.

14. “Krantenrok” voor aardappelopslag.

13. Tips voor een waterton.

12. Brandnetelgier maken.

11. Vastzetstripjes om staakbonen te leiden.

10. Vastzetstripjes voor paprika of tomaat.

9. Koolkragen en vastzetpinnen.

8. Pootstok voor preiplanten of bonenstaken.

7. Kweekkasje van een margarinekuipje en een doorzichtig champignonbakje.

6. Lat met vaste afstanden.

5. Touwtje met binddraadjes op vaste afstanden.

4. Elastiek voor recht zaaien of planten.

3. Stap-plank voor op losse grond.

2. Plankje om voortjes te maken (“voortjesplank”).

1. Kweekkasje van margarinekuipjes.

.

Opmerking vooraf (over gietranden):

In deze tip zie je gietranden om planten.

Je maakt een gietrand door bij een plastic bloempot het bovenste deel van de zijkant af te knippen. Doe een gietrand om een plant en druk de gietrand een stukje in de tuingrond. Giet je water in de gietrand, dan zakt het water naar de wortels van de plant.

.

De tips:

84. Een gietrand maken (bodemloze verlaagde plastic bloempot).

gietrand 1

Een gietrand wordt (om de plant heen) een stukje in de grond geduwd. Giet water in de gietrand en het water zakt in de grond naar de wortels van de plant (en stroomt niet weg van de plant). Zo maak je een gietrand;

gietrand 10

gietrand 11

  • Gebruik een plastic bloempot, ongeveer 20 cm boven-doorsnede.

gietrand 9

gietrand 8

  • Knip de bodem en een stukje zijkant van de pot af. Gebruik een scherpe schaar.
  • Begin met knippen in een bodemgaatje, dat is het handigste.

Uit zo’n hoge bloempot kun je 2 gietranden knippen, als volgt;

gietrand 6

gietrand 5

  • Meet de hoogte van de pot (hier 17,3 cm).
  • Zet “veel” potloodstreepjes rondom op de pot halverwege de hoogte (hier 8,5 cm).

gietrand 4

gietrand 2

  • Druk voorzichtig een schilmesje in 1 potloodstreepje om een horizontaal sneetje in de wand van de pot te maken.
  • Knip het sneetje groter.
  • Knip de zijwand in 2 delen; knip van streepje naar streepje.

gietrand 1

Je eindigt met 2 gietranden. Klaar voor gebruik.

Een gietrand die van de bovenrand van de bloempot is gemaakt is steviger dankzij de n-vormige bovenrand.

.

83. Horrengaas kap over tuinbedje.

horgaas bedje 1

horgaas bedje 7

Je kunt een kap van horrengaas over een zaaibedje of plantbedje zetten. Onder die kap groeien de plantjes beter en is geen insectenvraat. Heel handig voor koolplantjes (mini’s). Zo maak je de kap.

horgaas bedje 2

horgaas bedje 3b

  • Maak van lange smalle houten plankjes en 4 korte latjes een dergelijk geraamte.
  • De lange plankjes zijn met houtschroeven aan de korte latjes geschroefd.
  • In elke hoek is het uiteinde van een smal plankje strak tegen het eindstukje van een ander smal plankje. Dan hoeft er maar 1 schroef in dat plankje (zie rood/gele pijl).
  • Met deze opbouw krijg je een stevig, vormvast houten geraamte.

horgaas bedje 4

  • Gebruik horrengaas en punaises (duimspijkers).

horgaas bedje 1

horgaas bedje 5

  • Knip een passend stuk horrengaas uit.
  • Zet het horrengaas aan de zijkanten van het geraamte vast met punaises (duimspijkers).

horgaas bedje 6

Bedje met mini koolplantjes.

horgaas bedje 7

En met horrengaaskap over.

.

Ander, hoger ontwerp

gaasbak 6

.

gaasbak 1

Je kunt van zo’n hoge bak een horrengaaskap maken, als volgt:

gaasbak 2

gaasbak 3

Zaag de bodem uit de bak, begin met een ijzerzaag, ga verder  met een schrobzaag (of decoupeerzaag). Zaag ook het verhoogde gedeelte aan de bovenkant af.

gaasbak 4

gaasbak 5

Gebruik een schaar en een staalborstel om plastic schilfers weg te halen.

gaasbak 6

Knip een passend stuk horrengaas uit en maak het gaas aan de rand vast met wasknijpers.

gaasbloempot 7

Of gebruik zulke papierklemmen.

20240411

20240412

Je kunt dit ontwerp heel handig gebruiken over hoge plantjes, b.v. radijsjes.

.

Ander ontwerp (bloempot)

gaasbloempot 1

.

gaasbloempot 2

Van een brede bloempot kun je zo’n horrengaaskap maken, als volgt:

gaasbloempot 3

gaasbloempot 4

Zaag met een schrobzaag of decoupeerzaag een rand uit de bloempot.

gaasbloempot 5

Haal met een schaar de plastic schilfers weg.

gaasbloempot 6

Knip een passend stuk horrengaas uit.

gaasbloempot 7

Gebruik dergelijke papierklemmen.

gaasbloempot 1

Zet het horrengaas vast op de bovenkant van de rand.

.

82. Compost zeven in een bloempot met gaasbodem.

compostzeef 30

Compost (of mest of tuingrond) zeven gaat heel goed in een grote bloempot met een gaasbodem en met handvaten.

compostzeef 37

Mijn ervaring: het gaas aan de zijkant moet hoog boven de klemrand uitsteken. Te laag gaas aan de zijkant kan los raken. Houd de bloempot altijd bij de houten handvaten vast, dan heb je de kleinste kans op verwondingen door de bovenrand van het gaas aan de zijkant.

Als gewenst, kun je een goed passende bloempotrand om de pot over het uitstekend gaas aanbrengen.

Zo kun je de bloempotzeef maken:

compostzeef 1

compostzeef 2

  • Zoek 2 plastic bloempotten die “een stukje in elkaar passen”.
  • Op deze foto past de bovenste grijze pot ongeveer 5 cm in de onderste gevlekte pot.

compostzeef 3

  • Gebruik een schrobzaag (of decoupeerzaag) om in de bodem van de grijze pot een groot rond gat te maken.
  • Laat een randje bodem over, dan is de bloempot nog stevig na het zagen.

compostzeef 4

  • Neem een stuk gaas, bijvoorbeeld gaas met vierkante gaten van 12,7 mm.
  • Knip een vierkant stuk gaas, een stuk groter dan de potbodem, een stuk groter dan op deze foto. Een te klein stuk gaas kan losraken tijdens gebruik, zie verder bij “Gaas raakt los”

compostzeef 5

  • Knip bij het vierkant stuk gaas bij elke hoek een stuk af. Je krijgt zo een achthoekig stuk gaas.

compostzeef 14

  • Vouw het achthoekig stuk gaas over de bodem en zijkant van de grijze pot met het grote ronde gat in de bodem.
  • (als het gaas groter is dan op deze foto is het gaas aan de zijkant van de bloempot een stuk breder dan op deze foto)
  • Haal het stuk gaas weer van de grijze pot af.

compostzeef 2

compostzeef 7

  • Druk de grijze pot in de gevlekte pot tot die niet verder kan.
  • Teken een potloodstreepje op de grijze pot naast de bovenrand van de  gevlekte pot.
  • Haal de grijze bloempot weer uit de gevlekte bloempot.

compostzeef 23b

  • Bij de geel/rode pijl is het getekende potloodstreepje op de grijze pot.
  • Meet de afstand tussen de bodem en het potloodstreepje.
  • Bij mijn grijze bloempot is die afstand ongeveer 5 cm.

.

Hierna ga je op de gevlekte pot een potloodlijn tekenen, helemaal rondom en 5 cm onder de bovenrand. Dat gaat zo heel handig;

compostzeef 24

  • Gebruik een pot die iets breder is dan de gevlekte pot. De linker pot op bovenstaande foto is zo’n “brede pot”.
  • Vul de brede pot en de gevlekte pot met een laag (tuin)grond.

compostzeef 25

  • Zet de gevlekte pot in de brede pot.
    • De grond in de brede pot “draagt” de gevlekte pot.
    • Door de grond in de gevlekte pot wiebelt die pot niet.

compostzeef 26

  • Ga na of de bovenrand van de gevlekte pot overal 5 cm boven de bovenrand van de brede pot is.
    • Zo niet; dan meer of minder grond in de brede pot doen en/of die grond beter verdelen.
    • Daarna weer meten of de bovenrand van de gevlekte pot overal 5 cm boven de bovenrand van de brede pot is.

compostzeef 27

  • Gebruik de bovenrand van de brede pot om een potloodlijn te tekenen op de gevlekte pot, helemaal rondom.
  • Haal de gevlekte pot uit de brede pot.
  • Schud de tuingrond uit beide potten.

COMPOSTZEEF 29

Op de gevlekte pot is nu een potloodstreep, helemaal rondom, 5 cm onder de bovenrand.

compostzeef 10

  • Gebruik een (schrob)zaag of kartelmes om een korte snede in de wand van de bloempot te maken op de potloodstreep.

compostzeef 11

compostzeef 12

  • Gebruik daarna een scherpe schaar om de bovenrand af te knippen langs de potloodstreep. Knippen met een schaar gaat even goed (of beter) dan zagen.

compostzeef 13

compostzeef 14

compostzeef 15

  • Leg het gaas op de uitgezaagde bodem van de grijze bloempot.
  • (Het gaas op bovenstaande foto’s is eigenlijk te klein, zie “Gaas raakt los”).
  • Doe de bovenrand van de gevlekte pot over dit gaas.

compostzeef 16

  • Druk deze bovenrand verder over het gaas.

compostzeef 17

  • Gebruik 3 boutjes, 3 moertjes en 3 plaatjes M4.

compostzeef 18

compostzeef 20

compostzeef 19

  • Maak de bovenrand vast met de 3 schroefjes (boutjes, ringetjes en moertjes).

compostzeef 21

compostzeef 22

  • Maak met een kartelmes een kras op de grijze bloempot en een snede in de bovenrand.
  • Dan kun je de bovenrand weer goed op de grijze pot plaatsen (b.v. na vervanging van het gaas).

.

Handvaten bevestigen

compostzeef 30

Als er handvaten aan de bloempot zijn, gaat het zeven gemakkelijker. Zo maak je handvaten aan de pot vast;

compostzeef 31

compostzeef 32

Nodig voor elk handvat: 1 houten blokje (15 cm lang, 2 x 2 cm doorsnede), 2 houtschroeven, (grote) platte ringen.

compostzeef 33

compostzeef 34

compostzeef 35

Bevestig elk houten blokje (aan de buitenkant) aan de bloempot;

  • het blokje wordt tegen de onderzijde van de bovenrand vastgemaakt,
  • boor (of prik met een priem) 2 gaatjes in de bloempot, ongeveer 5 cm tussenafstand,
  • gebruik 2 houtschroeven en “grote” platte ringen om het blokje vast te maken aan de bloempot; door de grote platte ringen gaat de plastic bloempot niet kapot bij de handvaten.

Bevestig de 2 houten blokjes “recht tegenover elkaar” aan de bloempot.

.

Gaas raakt los:

compostzeef 36

Bij te laag gaas aan de zijkant gaat elke schroef door de laatste maas van het gaas. Er zijn 3 ijzerdraadjes om het gaas “vast te houden”. Het kan gebeuren dat het gaas losraakt.

compostzeef 37

Je kunt beter een groter stuk gaas gebruiken. Dit gaas blijft beter vastzitten. Elke schroef zit in de 2e of 3e maas vanaf het eind.

Je kunt je wel bezeren aan het gaas. Daarom: houd de zeef altijd vast bij de handvaten. Of doe een passende plastic rand over het gaas dat boven uitsteekt.

.

81. Grote aardappel doorsnijden en 1 deel bewaren.

(geen echte tuin-tip, maar wel handig als je veel grote aardappelen hebt)

aardappelsnijd 1

Heb je “weinig aardappel” nodig, dan kan je een grote aardappel doorsnijden. Gebruik 1 deel in de keuken en bewaar 1 deel met het snijvlak naar boven.

aardappelsnijd 2

Na 5 dagen bewaren ziet het bewaarde deel van de aardappel er zó uit. (bij deze foto is het bakje 1/4 slag rechtsom gedraaid).

aardappelsnijd 3

Snijd het bovenste (verkleurde) laagje van het snijvlak af. Dat gaat handig met een dunschiller. Daarna kun je het aardappeldeel in de keuken verwerken.

.

80. Gaaskappen over (sla)-planten.

gaas kapje 1

Je kunt kappen van fijnmazig gaas over sla-planten zetten. De planten groeien groot zonder opgevreten te worden door grote slakken of mussen. Kleine slakjes kunnen de sla aanvreten, maar de sla groeit meestal vlugger dan de slakjes eten.

Zo kun je een gaas-kap maken:

werkhandschoenen

Doe (werk)handschoenen aan.

gaas kapje 3

gaas kapje 2

Knip uit gaas met 12,5 mm mazen een vierkant van 50 x 50 cm.

(Of knip een groter vierkant uit, bijvoorbeeld 60 x 60 cm).

gaas slakkenhekje 2

De draaddikte is 0,65 mm. Het gaas kan met een gewone schaar worden geknipt.

gaas kapje 4

gaas kapje 5a

Buig bij elke hoek het gaas “dubbel”.

gaas kapje 6

  • Vouw elk dubbel gevouwen deel tegen de zijkant.
  • Duw het midden van de bovenkant van de gaaskap omhoog.
  • Zet de gaaskap op een vlakke ondergrond. Als de kap “wiebelt”, verbuig dan het gaas tot de kap niet meer wiebelt.

gaas kapje 1

Zet elke gaaskap over een sla-plantje in je tuin. Laat de sla groter groeien.

gaas kapje 8

Een groot gegroeide slaplant onder een gaaskap.

gaas kapje 10

gaas kapje 9

Je kunt de gaaskap ook over andere kleine plantjes zetten, b.v. Koolrabi of Spruitkool. De kap beschermt tegen Koolwitjes (vlinders) die eitjes op koolbladeren leggen. Uit die eitjes komen rupsen die veel koolblad opeten.

.

79. Grote aardappelpoters planten (voor meer oogst).

Je kunt kleine of grote pootaardappelen kopen. Grote poters geven meer oogst.

Van je eigen aardappeloogst kun je grote aardappels gebruiken als poters in de volgende lente. Om enkele maanden later veel aardappelen te oogsten.

poters 3

Een volkstuin-collega gaf mij deze grote aardappel (Bildstar, 466 gram). Vanaf januari heb ik bij deze aardappel de uitlopers (“spruiten”) laten groeien.

poters 1

April: in het pootgat links ligt een gekochte (kleine) pootaardappel. In het pootgat rechts ligt de grote aardappel van hierboven met “spruiten” eraan.

poters 4

Juli: vlak voor het rooien. Links de plant van de gekochte (kleine) poter met 4 stengels er aan. Rechts de plant van de grote aardappel met 15 stengels.

poters 2a

Juli: links is de oogst van de gekochte (kleine) pootaardappel, ongeveer 0,5 kilogram. Rechts is de oogst van de grote aardappel, ongeveer 2,5 kilogram.

Geleerd: Uit grote aardappelen groeien planten met veel aardappelen er aan.

.

Andere pootaardappelen van eigen oogst.

poters 5

Dit zijn ook aardappelen van mijn eigen oogst op 3 februari. Vanaf 1 januari liggen ze in deze doos op een koele lichte plek en zijn de “spruiten” gegroeid.

poters 6

Als in januari-februari de spruiten aan aardappels erg groot zijn, dan kun je ze zo inkorten:

poters 7

poters 8

Hier zijn bij 2 aardappelen de spruiten ingekort.

poters 9

Daarna de aardappelen weer op een lichte koele plaats zetten om spruiten te laten groeien.

.

78. Zaaien in een cateringschaal met vakjes.

In een cateringschaal met vakjes kun je plantjes opkweken.

Een schaal met 7 vakjes en een passend deksel van doorzichtig plastic.

Vul de vakjes met “zaaigrond”; 1 deel tuinkalk gemengd met 20 delen gezeefde potgrond. (Potgrond is een beetje zuur; tuinkalk vermindert die zuurheid).

Sproei water op de zaaigrond in de vakjes.

Handig: knip uit een gootsteenmat met gaatjes passende stukken. En gebruik een zaaistokje bij het zaaien (zie verder en in tip 33).

Deze 3 stukken gootsteenmat passen:

  • het middelste matje past in het middelste vakje.
  • het bovenste matje past ook in het onderste vakje.
  • het matje linksboven past ook rechtsboven, linksonder of rechtsonder (met de kleine puntjes van het matje naar boven of naar onder).

Zaaien:

  • Leg een passend matje op de vochtige zaaigrond.
  • Maak met het zaaistokje ondiepe zaaikuiltjes in de zaaigrond.

  • Zaai de zaadjes:
    • Doe zaadjes in een “schuifvalbakje” met 1 valbuisje. Schuif de zaadjes naar het gaatje en laat ze in de matgaatjes vallen. Info in tip 33.
    • Of schud de zaadjes in een (wit plastic) bakje. Pak elk zaadje met een pincet (of met de vingers) en laat het in een matgaatje vallen.
  • Haal het matje van de zaaigrond af.

Doe bovenstaande (matje op, kuiltjes maken, zaaien, matje af) bij meer vakjes.

  • Bedek de zaadjes met een laagje potgrond, of bedek ze niet.
  • Leg het doorzichtige deksel op de bak.
  • Zet het geheel op een warme plaats en laat de zaadjes ontkiemen.
  • Zet het geheel op een lichte, koele plaats zodra de eerste plantjes opgekomen zijn. Laat het doorzichtige deksel op de bak of haal het deksel er af.

.

Grote en kleine plantjes:

cateringschaal 9

  • Je kunt beter eerst “traagkiemers” zaaien (b.v. paprika) en een aantal dagen later “snelkiemers” zaaien (b.v. tomaat).
  • Anders heb je “grote” plantjes en ontkiemende zaadjes bij elkaar in de schaal, zoals te zien op bovenstaande foto’s.

Of:

  • Knip losse bakjes uit een andere lege cateringschaal van hetzelfde model.

  • Zet losse bakjes in passende lege vakjes van de cateringschaal.
  • Vul de ingezette bakjes en lege vakjes met zaaigrond.
  • Doe de stappen als hierboven beschreven.
  • Haal losse bakjes met opgekomen plantjes uit de schaal en laat ze op een lichte, koele plek groter groeien.

.

bonen kiemen doorz kap 2

bonen kiemen doorz kap 3

Je kunt ook alleen doorzichtige deksels gebruiken. Leg in 1 deksel bonenzaden op vochtig keukenpapier. Leg een andere deksel bovenop; je hebt dan van 2 deksels een lichte “ontkiemruimte” gemaakt.

bonen kiemen doorz kap

Je kunt een stapel “ontkiemruimtes” op elkaar zetten. Met een steen bovenop (tegen afwaaien van de bovenste deksel).

.

77. Optilhaak bij het gieten van planten met brede bladeren, b.v. sla of andijvie.

groei 23

Geef bij warm, droog weer grote planten met brede bladeren als volgt water;

  • Til aan 1 zijkant de bladeren omhoog,
  • Sproei water op de tuingrond vlak naast de stengel van de plant,
  • Laat het water in de grond zakken,
  • Laat de bladeren weer naar onder zakken.

De bladeren blijven droog tijdens gieten (en gaan niet snel rotten), het water zakt naar de plantenwortels en de grond onder de bladeren droogt niet snel uit.

Gebruik je tijdens het gieten zo’n handige “optilhaak” om de bladeren omhoog te houden, dan kun je rechtop blijven staan tijdens het gieten.

En zo maak je de optilhaak;

Nodig: 1 bezemsteel, 1 lange schroefduim (10 cm lang), 1 stuk aquariumslang.

  • Maak de schroefduim “recht”. Dat gaat handig in een bankschroef.

  • Buig de schroefduim “haaks”, ongeveer op de helft van de lengte.

.

Schroefoog buigen tot haak:

optilhaak 12

Je kunt ook een grote schroefoog gebruiken om de haak te buigen.

optilhaak 13

Buig (met tang en bankschroef) de schroefoog tot zo’n haak.

.

  • Klem de schroefdraad van de schroefduim in een bankschroef.
  • Schuif een stuk aquariumslang over het gladde deel van de schroefduim.
  • Haal de schroefduim met slang uit de bankschroef.

  • Boor een klein gat in het uiteinde van de bezemsteel.
  • Draai de schroefduim (met slang er aan) in dit gat in de bezemsteel.

  • Knip of snijd het stuk aquariumslang korter.
  • Op de foto zie je hoe lang de aquariumslang is na het inkorten.

De optilhaak is nu klaar voor gebruik.

.

76. Afgiethulp (voor gebruik in de keuken)

(geen tuinhulp, maar wel handig bij het bereiden van voedsel)

Na het koken van etenswaren kun je de inhoud van de kookpan in een vergiet of zeef gieten om water “kwijt te raken”. Maar . . . .

. . .  je kunt de pan ook “veilig afgieten”. Een stripje tussen deksel en pan maakt een uitstroomopening. Elastiek houdt het deksel op de pan. Leg de pan op de zijkant, op de rand van de gootsteen. Tijdens het afgieten kun je “weglopen”.

Nodig: Post-elastiek en dunne  V – vormige stripjes. Je kunt stripjes van plastic of roestvrij staal gebruiken. Verderop staat hoe je de stripjes maakt.

Hang 1 stripje over de rand van de pan, ongeveer halverwege tussen 2 handvaten. Leg het deksel op de pan (op het stripje).

Doe een elastiek op de pan, over het deksel, zoals hierboven te zien is. Duw daarbij met één hand op het deksel om de pan op zijn plaats te houden.

Leg de pan op de zijkant van de gootsteen. Laat het water uit de pan stromen.

.

Elastiek nog goed ?:

Controleer altijd het elastiek voordat het op de pan wordt gedaan. Is het elastiek uitgerekt, uitgedroogd of bros, gebruik dan nieuw elastiek.

Wil je “grote etenswaren” afgieten, bij voorbeeld macaroni, dan kun je 2 stripjes op elkaar leggen om een grotere afgietopening te hebben.

Bij een grote kookpan kun je twee postelastieken (aan elkaar) op de pan doen.

.

Plastic stripjes maken:

Nodig: plastic diepvriesdoos, scherpe schaar.

Knip (V – vormige) stripjes uit de diepvriesdoos. Ze zijn klaar voor gebruik.

.

Stripjes van roestvrijstaal maken:

Uit plastic stripjes kunnen “weekmakers” (plastic vulstoffen) vrijkomen. Je kunt daarom beter roestvrijstalen stripjes gebruiken. En zo maak je ze;

pot 17a

Uit een glaceermesje (prijs ca 3 euro) kun je één roestvrijstalen stripje maken:

Extra nodig: bankschroef, papier, ijzerzaag en vijl (niet op de foto).

Klem het glaceermesje in de bankschroef in papier (tegen beschadiging). Houd de ijzerzaag zo schuin als op de foto en zaag het handvat van het mesje af.

Haal het stukje glaceermesje (het “stripje”) uit de bankschroef.

Klem het stripje in de bankschroef. Vijl scherpe ijzerdeeltjes van het stripje af.

Dit is het stripje na afzagen en vijlen. Het stripje is ongeveer 9 cm lang.

Klem het stripje in papier in de bankschroef. Buig het stripje in een \_ vorm.

Het roestvrijstalen stripje klaar voor gebruik. Let op: dit stripje wordt zeer heet tijdens het afgieten. Pak het stripje vast met een pannenlap of zo.

.

Schilmesje (nieuw): 

Je kunt ook het ijzeren deel van een schilmesje tussen deksel en pan klemmen voor het afgieten. Na het afgieten kun je het mesje bij het “koude” handvat vastpakken en weghalen. Dus geen vingers branden.

Maar afgieten met een schilmesje gaat niet altijd goed. De gietopening is vaak zo groot, dat fijn spul (spaghetti) met water mee uit de pan stroomt.

.

75. Muisdichte opslagkist

Je kunt een box muisdicht maken. Bijvoorbeeld voor opslag van winterwortelen. Het deksel past goed op de kist. Hieronder een maakbeschrijving.

Knip (met een gewone schaar) een stuk gaas uit met kleine mazen. Afmeting ongeveer 32 x 20 cm. Dit gaas heeft mazen van 12,5 mm.

Vouw het gaas zoals te zien op bovenstaande foto’s;

  • Vouw aan beide korte zijden een stuk gaas “omhoog naar het midden”.
  • Zorg ervoor dat het omgevouwen gaas 1/2 maas verschoven is. Zo ontstaan er mazen van 6,3 mm. Hier kan geen muis doorheen.
  • In het midden zijn 3 mazen niet dubbel gevouwen.

Draai het gaas om (met de gevouwen stukken onder). Buig het in “n” – vorm.

Buig het geheel over de bovenrand van de krat, over het handvat.

Knip 2 korte stukjes dun ijzerdraad. Buig ze in een “u” – vorm (“u-draad”).

Steek elke “u-draad” van binnen naar buiten door het gaas (gele pijlen):

  • Een paar mm “onder de bovenkant van het handvat”
  • Eén “u-draad” bij de linker bovenhoek van het handvat.
  • Eén “u-draad” bij de rechter bovenhoek van het handvat.

Draai de uiteinden van elke “u”- draad) in elkaar. Duw de losse uiteinden van elke “u-draad” in of tegen het gaas (tegen verwonding).

Als nodig het gaas wat indrukken om het deksel (beter) te laten passen.

De opslagkist kan nu gebruikt worden.

.

74. Water geven met een “spaargieter”.

Tijdens water geven kun je de waterstraal uit een gieter op de plant richten. De plant krijgt water, de tuingrond (vanaf . . . . cm) rondom de plant blijft droog. Hierdoor heb je een lager waterverbruik en gaat er veel minder onkruid rond de plant groeien.

Wil je nog minder water gebruiken en/of is de gietstraal te breed, dan kun je een RUCO smalle “spaarbroes” gebruiken, zoals rechts op bovenstaande foto.

.

Info over de RUCO broesjes:

De “Ruco v620” broezen worden gemaakt bij firma RUCO GmbH in Velbert (Dld).

Ze hebben 17 gaatjes (van 1,4 mm): 1 in het midden, 12 aan de rand en  4 “tussenin”.

.

Waar te koop?

Een set van 2 spaarbroezen (1 kleine en 1 grote) van het merk RUCO is te koop bij Huis & Comfort, via een bestelgids of via internet.

In maart 2024 was de set enkele weken niet te koop. Je kunt de set weer bestellen bij Huis & Comfort, prijs €1,19, levertijd 5 werkdagen. Zie     HIER     .

.

Andere aanbieder

Toen de set niet te koop was bij Huis & Comfort (Antwoord op mijn mailbericht: “Helaas hebben wij dit artikel niet meer in onze assortiment”), ging ik op zoek naar een andere leverancier;

Bij    huisshoes.com    is dit setje te bestellen voor €4,70 (was eerst €5,23).

spaargieter 31

Opmerkingen over deze site:

  • dezelfde foto’s en teksten (met Hoofdletter) als bij Huis & Comfort,
  • setje is duurder dan bij Huis & Comfort,
  • tot € 61,00 zijn er €10,00 extra kosten, boven €61,00 geen extra kosten,
  • nieuwe site (2024) zonder adresinfo,
  • zij “verzenden naar veel landen”,
  • betalen met VISA, PayPal, STRIPE, Mastercard, Cash on delivery,
  • onbekend hoe goed en betrouwbaar de site is, geen reviews.

.

Prijzen prijzen prijzen:

De verkoopprijzen van de setjes verschilt nogal, zie onder.

In Duitsland bij “Die moderne Hausfrau” is de prijs €0,89     zie    deze site,

In Nederland bij “Huis & Comfort kost het setje €1,19,    zie   HIER ,

In Duitsland bij  “Hornbach” kost het (in groen)  € 3,49,   Hier te vinden  ,

In Duitsland bij “Ebay.de” kost een groene set € 4,57   (hier),   een zwarte set kost € 9,38   (daar).

De zwarte broesjes zijn gemaakt van Polypropeen, de groene van een mengsel van Polypropeen (80 %) en beukenhoutvezels (20 %).

.

Afmetingen van de RUCO broesjes

Ik heb bij de RUCO broesjes gemeten hoe groot ze zijn.

spaargieter 62

Op bovenstaande tekeningen staan (door mij gemeten) afmetingen van een groot broesje (bovenaan) en een klein broesje (onderaan) in millimeters. Elk broesje is bij de opening ongeveer 0,5 mm wijder dan bij de gaatjes.

.

Gebruik van de RUCO broesjes:

Een kleine of grote spaarbroes past op een gieter van 5 of 10 liter.

De waterstraal uit een spaargieter. Zo water geven is ook handig bij het gieten van een rij plantjes in een smal voortje.

.

Bewaarplaats voor de broes:

Mijn ervaring: de broes is vaak “zoek”. Zo kun je de broes bij de gieter bewaren:

spaargieter 19

Maak elke broes (broesbuis) aan het handvat van de gieter vast met een “strak” bindstripje. Schuif het bindstripje opzij om de broes los te halen.

Maak de broes (de broezen) aan de voorzijde van het handvat vast. Dan is het handvat “vrij” tijdens het gieten, er zit dan geen broes in de weg.

Maken:

  • Doe een bindstripje (tie-wrap) losjes om het handvat van de gieter.
  • Steek (het buisgedeelte van) een broes door de lus van het bindstripje.
  • Trek het bindstripje strak om (de “buis” van) de broes.
  • Knip het losse uiteinde van het stripje af.

Onder de bindstripjes zitten de broezen stevig geklemd. Zit de broes te los, dan het bindstripje 1 tandje strakker maken. Zit de broes te strak, dan het stripje vervangen door een nieuw, losser bindstripje.

spaargieter 10

Ook geschikt voor kleine gieters.

.

Barstje in het broesje:

spaargieter 16

Is er een scheurtje in de zijkant van een broesje gekomen (is bij mij gebeurd), doe dan een bindstripje om het broesje als reparatie.

spaargieter 17

Een spaarbroesje drijft in water, ook met een bindstripje er omheen.

.

Meer water door het spaarbroesje:

spaargieter 20

Je kunt het middelste uitstroomgaatje van een spaarbroesje groter maken. Boor na elkaar met een boortje van 2, 3, 4 of 5 mm. Daarna de plastic schilfers weghalen (met mesje, schaar of schuurpapier).

spaargieter 21 Met een vergroot middelste uitstroomgaatje van 5 mm stroomt er 1,5 tot 2 keer zoveel water uit het broesje. Maar het uitstroombeeld is nog steeds hetzelfde.

.

Broes valt van de gieter:

Het kan gebeuren dat bij het gieten de broes van de gieter afvalt.

Oorzaak: de broesbuis is te breed en/of de uitstroombuis is te smal.

Gewone broes:

  • De ronde buis van een broes is “taps” ( /   \    vormig):
    • Bij de opening is de buis breder, bij de broes is de buis smaller.
  • Zaag (met ijzerzaag) een stukje van de ronde buis af (zie foto boven).

Hierna past de broes beter (zie de pijl), en zal er niet meer gemakkelijk af vallen.

.

Spaarbroes:

broes 4

broes 5

Bij deze gieter zit de spaarbroes te ruim om de uitstroombuis.

spaargieter 36

Tijdens gieten valt die van de uitstroombuis af.

spaargieter 38

spaargieter 39

  • Zaag met een ijzerzaag een stukje van de spaarbroes af, aan de open kant.

spaargieter 41

  • En zaag met een (oud) ijzerzaagje een stukje uitstroombuis af.

spaargieter 42

Hierna past de broes strak op de gieter en valt er niet meer af.

.

Groot broesje, klein broesje, stukje fietsbinnenband

Elk setje van RUCO bestaat uit 1 groot broesje (past op een 10 liter gieter) en 1 klein broesje (past op een 5 liter gieter).

Met een stukje fietsbinnenband “kan het ook andersom”; dan past een klein broesje op een grote gieter en en groot broesje op een kleine gieter;

spaargieter 43

  • Gebruik een (oude) fietsbinnenband, b.v. maat 28 x 1 3/8 x 1 5/8.
  • Knip de binnenband door.

spaargieter 44

  • Knip een stukje van de binnenband af, ongeveer even lang als het kleine broesje.

spaargieter 46

  • Rek het stukje binnenband een beetje op.
  • Schuif het stukje binnenband 1 tot 3 cm over het kleine broesje, aan de open kant van het kleine broesje.

spaargieter 47

  • Rek het stukje binnenband een beetje op.
  • Schuif het stukje binnenband met het kleine broesje over het “dunne deel” van de dikke uitstroombuis van een 10 liter gieter.
  • Schuif het geheel zover tot het kleine broesje de uitstroombuis raakt.

spaargieter 45

(ter vergelijking: een groot broesje over een dikke uitstroombuis)

.

spaargieter 51

spaargieter 52

  • Rek het stukje binnenband een beetje op.
  • Schuif het stukje binnenband 1 tot 2 cm over het “dikke deel” van de dunne uitstroombuis.

spaargieter 53

  • Schuif een groot broesje tover het stukje binnenband tot over het dikke deel van de uitstroombuis.

spaargieter 48

(ter vergelijking: een klein broesje over een dunne uitstroombuis)

.

“Moeilijke” gieter

spaargieter 54

spaargieter 55

Bij deze 5 liter gieter:

  • past een klein broesje niet over het smalle deel van de uitstroombuis,
  • past een groot broesje veel te ruim over het smalle deel van de uitstroombuis,
  • past een groot broesje niet over het brede deel van de uitstroombuis.

spaargieter 59

spaargieter 57

Doe een stukje fietsbinnenband over het smalle deel van de uitstroombuis. Het stukje fietsband mag een klein stukje buiten de uitstroombuis uitsteken.

spaargieter 58

Duw een groot broesje rustig over het stukje fietsband. Draai intussen het broesje. Het grote broesje past 0,5 tot 1 cm over het stukje fietsband.

.

Zelf broesjes maken:

Toen de spaarbroesjes moeilijk te verkrijgen waren heb ik zelf broesjes gemaakt van meubeldoppen. Hieronder een beschrijving:

broesje zelfmaak 1

Gebruik voor elk broesje een plastic meubeldop van 20 mm of 22 mm.

.

Eerst passen:

Ga na welke maat meubeldop op de uitstroombuis van de gieter past. Als nodig na aanpassing van de uitstroombuis:

broesje zelfmaak 15

broesje zelfmaak 3

Maak de eindrand van de uitstroombuis iets ruimer; draai de benen van een schaar in de opening om wat plastic af te schrapen. Herhaal dit tot de meubeldop goed in de uitstroombuis past. Dit is een 20 mm meubeldop.

.

broesje zelfmaak 16

broesje zelfmaak 11

Of maak het smalle uiteinde van de uitstroombuis korter; zaag een stukje uitstroombuis af. Herhaal dit tot de meubeldop goed in de uitstroombuis past. Dit is een 22 mm meubeldop.

.

broesje zelfmaak 14

broesje zelfmaak 9

De 22 mm meubeldop past goed over de uitstroombuis van deze gieter.

.

broesje zelfmaak 48

De 20 mm meubeldop kan enkele mm over het uiteinde van de uitstroombuis van deze gieter worden geschoven.

broesje zelfmaak 49

De 22 mm meubeldop past ruim en gaat niet verder over de uitstroombuis omdat de binnenkant van de dop de uitstroomopening raakt. Je kunt een stukje uitstroombuis afzagen, dan kan de dop verder over de uitstroombuis geduwd worden en dan past die beter.

.

Gaatjes in de dop maken:

In plaats van 17 gaatjes van 1,4 mm kun je 7, 8 of 9 gaatjes van 2 mm maken. Dan stroomt er ongeveer evenveel water uit de gieter.

.

Zelfmaak 1: Boor gaatjes van 2 mm in de meubeldop “uit de vrije hand”:

broesje zelfmaak 17

Boor met een 2 mm (ijzer)boortjes gaatjes in de dop;

  • boor 1 gaatje recht verticaal, ongeveer midden in de dop,
  • boor 6 gaatjes (5 tot 8 gaatjes) tussen het midden en de rand van de dop, alle gaatjes ongeveer evenredig verdeeld in een cirkeltje;
    • boor elk gaatje eerst een stukje schuin, daarna recht verticaal. Dan “loopt het boortje niet weg”.

(je kunt eerst gaatjes van 1 of 1,5 mm boren en daarna elk gaatje met een 2 mm boortje ruimer maken)

Hierna kun je met een boortje of mesje de plastic schilfertjes weghalen.

broesje zelfmaak 5

Zo stroomt water uit de gieter door dit zelfgemaakte broesje.

.

Zelfmaak 2: Timmer een 2 mm spijkertje in de meubeldop om gaatjes te maken.

Je kunt eerst op de dop aangeven waar de gaatjes moeten komen. En daarna met een hamer en spijkertje de gaatjes in de dop maken.

.

werkwijze 1 (met spijkerdeukjes):

Leg een metalen platte ring of een metalen plaatje met rond gat op de meubeldop. Zorg ervoor dat de dop en de metalen ring (of het metalen plaatje) tijdens het timmeren niet verschuiven. Timmer telkens een klein spijkertje een klein stukje in de dop en haal het spijkertje er weer uit.

Sla het spijkertje in de meubeldop:

  • in het midden van het gat (= midden op de meubeldop),
  • op 8 plekken gelijkmatig verdeeld rondom tegen de rand van het ronde gat aan.

.

Werkwijze 2 (met witte stipjes):

Gebruik een mal en wit markeerspul om witte stipjes op de meubeldop te maken.

broesje zelfmaak 34

  • Zet de dop op een vlakke ondergrond (b.v. een dienblad),
  • leg een gaatjesmal op een “verhoging” (b.v. op enkele dekseltjes links) en op de dop.

broesje zelfmaak 35

  • Leg een “klein” gaatje van de cirkelmal op de dop.

broesje zelfmaak 36

broesje zelfmaak 38

broesje zelfmaak 37

  • Gebruik de streepjes van de cirkelmal als hulp,
  • zet stipjes van (witte) zinkzalf op de dop, gebruik daarbij een prikkertje;
    • zet 1 stipje op het midden van de cirkel,
    • zet stipjes bij de 4 streepjes,
    • zet stipjes tussen de 4 streepjes.
  • (in plaats van zinkzalf kun je Tipp-Ex (type correctie vloeistof) gebruiken).

broesje zelfmaak 39

  • Haal de cirkelmal weg. Zo ziet de dop met stipjes er uit.

.

Gaatjes in de dop maken

Hierna de gaatjes in de dop maken met een spijkertje.

broesje zelfmaak 40

  • Nodig: een tangetje, een hamer, een klein spijkertje en een spijkertje van 2 mm doorsnede.

broesje zelfmaak 41

  • Timmer het kleine spijkertje in de dop bij het middelste stipje,
  • sla het spijkertje zo recht (verticaal) mogelijk in de dop,
  • trek het spijkertje uit de dop (met een tangetje).

broesje zelfmaak 42

  • Maak een gaatje “rondom” in de dop:
    • houd het kleine spijkertje “een beetje schuin” in het tangetje op een buitenstipje,
    • timmer het kleine spijkertje een klein stukje in de dop.

broesje zelfmaak 43

    • duw met het tangetje het spijkertje verticaal (recht),
    • timmer het spijkertje verticaal (recht) in de dop,
    • trek het spijkertje met het tangetje uit de dop,
    • doe bovenstaande bij alle buitenstipjes.

broesje zelfmaak 44

broesje zelfmaak 45

  • Timmer het 2 mm spijkertje in elk gaatje van de dop:
    • sla het spijkertje verticaal (recht) in de dop.
    • trek het spijkertje (met het tangetje) uit de dop,

broesje zelfmaak 46

Zo ziet het broesje met gaatjes eruit.

broesje zelfmaak 47

De waterstraal door dit broesje; 1 waterstraaltje wijkt een beetje af.

Om een afwijkend waterstraaltje te verbeteren kun je de 2 mm spijker in het bijbehorende gaatje in de dop steken en de spijker “opzij duwen”. Hierbij kun je  het gaatje in de goed richting vervormen. Daarna het spijkertje uithalen en nagaan of het waterstraaltje nu goed is.

.

Flessenbroes

Je kunt ook een flessenbroesje gebruiken om weinig water te sproeien. Draai een flessenbroesje op een plastic fles met water. Daarna de fles omdraaien en in de fles knijpen. Voor de flessenbroesjes, zie      deze site    .

.

73. Zaaien op vochtig wc-papier in een kuipje.

Kleine zaadjes kiemen gemakkelijk op vochtig wc-papier. Gebruik één laagje wc-papier in een kuipje. Of vouw 1 of 2 velletjes wc-papier om een grijs plaatje en leg het geheel in een kuipje; dan kun je de zaadjes en worteltjes beter zien.

koolplantjes kuipje 3

Vochtig wc-papier scheurt gemakkelijk. Dat is handig als je een miniplantje van het papier af tilt; vaak met een stukje wc-papier aan het worteltje. Dat is okay.

Met grijs plastic plaatje:

  • Gebruik een leeg margarinekuipje van 250 gram, een velletje wc-papier en een grijs plastic plaatje.
  • In nr 26 van deze tip staat hoe je zo’n grijs plaatje “maakt” (uitzaagt).

  • Vouw je het plastic plaatje in het velletje wc-papier.
  • Leg het geheel in een kuipje.

Zonder plaatje:

  • Gebruik een leeg margarinekuipje van 250 gram
  • Knip een velletje wc-papier door de midden.
  • Leg een half velletje wc-papier in een kuipje.

Gebruik van de kuipjes bij een kiemtest:

  • Leg op de bodem van een kuipje:
    • het velletje wc-papier met ingevouwen plastic plaatje of,
    • of het (halve) velletje wc-papier.
  • Sproei of giet water in het kuipje.
  • Houd het kuipje scheef om het meeste water weg te laten stromen.
  • Leg de zaadjes op het vochtig wc-papier.

  • Druk een passend dekseltje op het kuipje. Het dekseltje mag “vastklikken”, dan zijn er nog steeds luchtopeningen tussen deksel en kuipje.
  • Zet het kuipje op een geschikte (warme of koele) plek in huis.
  • Kijk regelmatig of de zaadjes ontkiemen en of het wc-papier vochtig is. Als nodig water op het papier sproeien. Daarna het dekseltje weer opdrukken.

Ander dekseltje:

margarinekasje 12

Je kunt een “groot” dekseltje gebruiken als dekseltje op een klein kuipje, als volgt:

margarinekasje 13

Druk het grote dekseltje “op de kop” over de rand van het kleine kuipje.

margarinekasje 14

Ter info: hier kun je zien hoe de rand van het kleine kuipje in de rand van het grote dekseltje past.

.

72. Horrengaaspotjes.

Sla-zaad ontkiemt bij lage temperatuur. Over ontkiemend sla-zaad in de tuingrond kun je een bloempotje met horrengaasbodem of een omgekeerd bloempotje zetten. Hieronder is de temperatuur beter.

Hier zie je links een horrengaaspotje, rechts een bloempotje over keine sla-plantjes. Links zijn de plantjes goed te zien (door het horrengaas).

Hier zijn de potjes weggehaald. Links zijn de sla-plantjes “kort en stevig”, rechts zijn ze lang en sprietig.

Zo’n horrengaaspotje wordt gemaakt uit 2 bodemloze plastic bloempotjes en een stukje horrengaas. Deze zwarte potjes hebben een dunne wand.

horrengaaspotje 6a

Een dunwandig  horrengaaspotje vervormt, maar is wel bruikbaar in je tuin.

Je kunt 2 stevige dikwandige bloempotjes gebruiken om een horgaaspotje te maken. Een dikwandig horrengaaspotje vervormt minder.

Nodig:

horrengaaspotje 6c

  • Twee even grote plastic bloempotjes, ca 9 cm boven-doorsnede, 6 cm hoog.
  • Een stuk plastic horrengaas.

Maken:

  • Knip met een scherpe schaar een vierkant stuk horrengaas (12 x 12 cm).

horrengaaspotje 6c

  • Knip uit beide bloempotjes de bodem met een heel klein stukje zijkant.

  • Leg het stukje horrengaas op de “open” bodem van één bloempotje.
  • Zet het andere bloempotje op het horrengaas.
  • Duw het bovenste bloempotje over het gaas, over het onderste bloempotje.
  • Duw het bovenste bloempotje naar onder tot het niet verder kan.
  • Het horrengaaspotje is nu klaar voor gebruik.
  • Dit horrengaaspotje heeft een opstaand randje. Handig bij water gieten.
  • Dunwandige horrengaaspotjes worden op dezelfde manier gemaakt.

.

Kartonnen mal:

  • Je kunt een vierkant kartonnen plaatje van 12 x 12 cm uitknippen en bij het uitknippen van horrengaas gebruiken. Handig als je véél potjes gaat maken.

.

71. Slakkenhekjes.

(in plaats van onderstaande slakkenhekjes kun je ook gaaskappen gebruiken tegen slakken, nr 80)

Heb je veel last van slakkenvraat, leg dan bloempotschotels ondersteboven op de tuingrond, met een kleine opening er onder. Daaronder schuilen de slakken overdag. Elke dag controleren. De aanwezige slakken elders vrijlaten of . . . .

Slakkenhekjes rondom sla-plantjes. Hieronder staat hoe je die hekjes maakt.

Nodig: gaas met mazen van 12,7 mm. Het gaas is ongeveer 1 meter hoog.

  • Het draad van het gaas is 0,65 millimeter dik, te knippen met een schaar.
  • Knip een strook van 4 mazen (= 5 tot 6 cm) breed en ongeveer 1 meter lang.
  • Knip “in het midden van de vierkanten”.
  • Hierdoor krijgt de strook scherpe ijzerdraadjes aan de zijkanten.

  • Knip smalle plastic strookjes (uit de bodem van een margarinekuipje).

  • Of gebruik (afgeknipte stukken van) brede tie-wraps.

  • Rol de strook gaas tot een groot of klein slakkenhekje.
  • Steek een strookje (of stukje tie-wrap) in het gaas om de vorm te behouden.
  • Het slakken hekje is klaar voor gebruik.
  • Slakken schuiven niet (gemakkelijk) over de scherpe ijzerdraadjes heen.
  • Zet een klein slakkenhekje om een klein sla-plantje. Maak het slakkenhekje groter als de sla-plant groter is gegroeid.

.

70. Placemat met zaai-gaatjes.

Je kunt in een zaaibedje in de tuingrond zaaien. Een placemat met gaatjes is dan een handig hulpmiddel om op vaste afstanden te zaaien.

Een placemat met (32) zaaigaatjes.

Maken:

  • Meet de lengte en de breedte van je placemat, bijvoorbeeld 45 bij 30 cm.

  • Teken lijnen en kruisjes op de placemat (zie verder).
  • Bij deze placemat wordt de (kleinste) afstand tussen 2 gaatjes 6,2 cm.
  • De plantjes kunnen dan later met een 6 cm verplantbuis worden “gepakt”.
  • In tip 42 info over deze verplantbuis.
  • Hieronder info over de afstanden tussen de lijnen en kruisjes;

placemat 3a

  • Teken een verticale “middenlijn” midden op de placemat (gele pijltjes).

placemat 5a

  • Teken horizontale lijnen op de placemat, elke lijn 3,75 cm verder.

placemat 3b

  • Teken kruisjes op de snijpunten van de verticale middenlijn en de 1e, 3e, 5e en 7e horizontale lijn (zie gele rondjes).

  • Teken op de 1e, 3e, 5e, en 7e horizontale lijn kruisjes om de 10 cm.

  • Teken op de 2e, 4e en 6e horizontale lijn ook kruisjes, maar…. deze kruisjes zijn midden tussen de kruisjes op de 1e, 3e, 5e en 7e lijn;
    • Meet 5 cm van de middenlijn op lijn 2,4 en 6.
    • Teken daar een kruisje.
    • Teken vanaf dat punt kruisjes om de 10 cm.

placemat 3c

Op deze foto zie je de placemat met 32 kruisjes. Enkele kruisjes zijn omcirkeld.

  • Maak ronde gaatjes in de placemat bij de kruisjes;
    • Leg telkens een “stuk placemat” vlak op een plastic snijplank of zoiets.
    • Sla met een holpijpje van 10 mm het gaatje in de placemat.
  • (Gaatjes maken in de placemat met een boor is heel moeilijk. Met een holpijpje gaat dit goed. Een set van 9 holpijpjes kost €10 in een bouwmarkt).

  • Ligt de placemat niet vlak op de snijplank dan: scheurtjes in het plastic.
  • Een placemat met enkele van dergelijke gaatjes is nog goed te gebruiken.

  • Hier zie je de placemat met 32 zaai-gaatjes erin.

  • Maak in elke hoek een klein gaatje (met 3 mm holpijpje of spijker).
  • Hiermee zet je (vóór het zaaien) de placemat vast met ijzeren pennen.

De vastzetpennen zijn gebogen uit ijzerdraad van 2,5 millimeter dik. Lengte 15 cm, handgreep 2,5 x 3,5 cm.  Zie ook tip 37.

Uit 1 placemat kun je 2 kleine maken, elk met “verschillende” zaai-gaatjes.

Je kunt kleine stukken placemat met zaaigaatjes maken, voor in een kuipje.

.

69. Raamwerk van latjes voor een zaaibedje.

Je kunt een raam van latjes gebruiken om een zaaibedje in de tuingrond te maken. In dit raamwerk past een placemat met zaai-gaatjes.

Of . . . .

. . . . je maakt een zaaibedje door met een plankje tuingrond opzij te schuiven en de weggeschoven grond ergens anders in de tuin neer te leggen.

Hier zie je een placemat met gaatjes in hetzelfde zaaibedje.

Een zaaibedje zonder raamwerk is net zo goed als een zaaibedje met raamwerk.

.

Wil je toch zo’n houten raamwerk maken, dan gaat dat als volgt:

Nodig:

  • dunne houten plankjes, ongeveer 5 cm breed en 1 cm dik.
  • dunne bindstripjes (tie-wraps).

  • Zaag dunne houten plankjes op de juiste lengte; alle plankjes zijn 3 cm langer dan de lengte of breedte van de placemat.
  • Zaag de uiteinden van alle plankjes schuin.
  • Boor 2 kleine gaatjes door de plankjes, vlak bij de uiteinden.

  • Maak de plankjes aan elkaar met bindstripjes door de gaatjes.
  • Knip de losse uiteinden van de bindstripjes af.

  • Opvouwen: als je in twee overliggende hoeken 1 bindstripje doet (en in de 2 andere hoeken 2 stripjes), dan kun je het raamwerk dubbel vouwen.

  • Een groot en een klein raamwerk met een grote en een kleine placemat.

  • Zó gebruik je het raamwerk bij het zaaien.

Gazonrand:

In plaats van een houten frame kun je een stuk plastic gazonrand (plastic grasrand) gebruiken, bijvoorbeeld  deze  .

Duw een stuk gazonrand in de losse tuingrond. Een deel van de rand is dubbel.

Het zaaibed met gazonrand is zo groot dat een placemat met gaatjes er in past.

Je kunt de gazonrand lang in de grond laten zitten. Handig bij water geven.

Nog eenvoudiger:

vroegprei 78

Met 4 (losse) plankjes en 4 korte bamboestokken kun je zo’n plantbed maken.

Nodig:

eenv C

4 Houten latten, elk ongeveer 6 cm breed en 1 cm dik.

vroegprei 79

Bamboestokken ongeveer 30 cm lang.

Tuinbed maken:

vroegprei 62a

  • Graaf 4 voortjes in de grond om de omtrek van het tuinbed te vormen.

vroegprei 63a

  • Zet de 4 latten in de voortjes.

vroegprei 81a

  • Steek in elke binnenhoek een bamboestok in de grond.
  • Schuif grond tegen de buitenkant van de 4 latten.
  • Maak het tuinbed dieper.

Bij elke binnenhoek:

vroegprei 80

vroegprei 81

Haal de bamboestok uit de grond. Maak het gat dieper met een dikke ijzeren pen. Steek de bamboestok weer in de binnenhoek in het dieper gemaakte gat.

vroegprei 82

Duw de bamboestok zo diep in de grond. Het plantbed is nu klaar voor gebruik.

.

68. Schuifbakje gemaakt van margarinekuipjes.

Je kunt een blok zaaigrond met plantjes uit een aangepast margarinekuipje in de tuingrond schuiven.

vroegprei 83

vroegprei 84

Of je schept het blok zaaigrond met planten uit het kuipje.

Hieronder staat hoe je zo’n schuifbakje (“schuifkuipje”) maakt.

Een schuifkuipje met 1 open zijkant en een dicht kuipje met 2 deukjes in de rand.

Het schuifkuipje past in het “deukjes-kuipje”. Het deukjes-kuipje zorgt ervoor dat de zaaigrond in het kuipje blijft en er geen water uit het geheel stroomt.

Uithalen: pak het schuifkuipje bij de 2 deukjes (tussen duim en wijsvinger) en til het uit het dichte kuipje. Gebruik de andere vingers om het deukjes-kuipje naar onder te duwen tijdens dit optillen.

Nodig:

  • 2 “grote” margarinekuipjes, elk van 450 gram (of 500 gram),
  • een vierkant of rechthoekig plaatje of doosje, b.v. een cd-doosje,
  • schaar en potlood.

Bij één kuipje wordt 1 korte zijkant uitgeknipt. Het is handig als ribbels aan de binnenrand bij de hoeken zijn (bij de potloodpunt).

  • Houd het kuipje tegen het licht. De ribbel van de binnenzijde wordt dan zichtbaar aan de buitenzijde.
  • Zet bij de ribbel een streepje aan de buitenkant.
  • Doe hetzelfde bij de “andere hoek” van het kuipje.

  • Houdt het vierkante of rechthoekig plaatje tegen de rand bij het streepje.
  • Zet een potloodstreep op het kuipje langs de zijkant van het plaatje.
  • Doe hetzelfde bij de andere hoek van het kuipje.

  • Knip van het kuipje de bovenkant af;
    • Knip net onder de |_ rand. Je krijgt dan een kuipje van 5,5 cm hoog.

  • Knip langs de (potlood)streeplijnen in het kuipje.

  • Leg het kuipje op de kop.
  • Knip een schuin stukje in de bodem (zie rechter foto).
  • Doe dit aan beide kanten van het kuipje.

  • Knip de zijkant van het kuipje af. Knip hierbij een stukje “in de bodem”. Dan heeft het schuifkuipje geen opstaand randje bij de afgeknipte bodem. Dat is handig als je het blok zaaigrond uit het kuipje schuift.

  • Knip van een ander kuipje ook de bovenkant af;
    • Knip net onder de |_ rand.
  • Teken een “half rondje” op een lange zijkant nabij de hoek “rechts voor”. Je kunt een munt gebruiken bij het tekenen.
  • Doe dit ook aan de andere zijde van het kuipje, ook “rechts voor”.

  • Knip de 2 deukjes in de bovenrand van het kuipje.

Nu heb je beide kuipjes gemaakt, klaar voor gebruik.

.

67. Wit plastic dopje met zaadjes om te zaaien.

Je kunt zo’n plastic dopje gebruiken bij het zaaien (zie pijl).

Bijvoorbeeld bij preizaadjes zaaien op vochtig wc-papier.

  • Leg de dop met zaadjes in een hoek.
  • Leg de zaadjes op een leeg stuk wc-papier. Dat gaat handig met de vochtige punt van een cocktailprikker.
  • Til het dopje voorzichtig van het vochtig wc-papier af.
  • Maak de onderkant (buitenkant) van het dopje droog.

  • Leg het droge dopje voorzichtig op de droge bovenkant van de zaadjes. Het dopje gaat daar niet vastplakken.
  • Leg zaadjes op het wc-papier.
  • Klaar met zaaien, til dan het dopje voorzichtig van de zaadjes af.

.

66. Droge stalmest zeven.

Je kunt droge stalmest (rundermest) in fijne brokstukken breken.

Neem een stuk droge mest.

Breek en verkruimel de stukken droge mest (handschoenen aan).

Zo ziet verkruimelde mest eruit.

Zeef verkruimelde mest door de bodemgaatjes van een plastic bloempot. Schud de grote stukken mest weer in een emmer, verkruimel ze, zeef ze (enzovoort).

Hier een theelepeltje gezeefde meststukjes zijn; stukjes stro met stalmest. Je kunt gezeefde mest gemakkelijk door tuingrond of compost mengen.

.

65. Zeef en bloempotschotel om “vloeibare mest te maken”.

Met een keukenzeef, een passende plastic bloempotschotel en 2 brede elastieken kun je een hulpmiddel maken om stalmest in water op te lossen.

.

64. Nylon koord met knoopjes op vaste afstanden.

Een nylon koord met elke 10 cm een knoopje is handig bij het zaaien.

Dit koord heeft aan 1 uiteinde een lus. Die is om een bamboestok gedaan (foto rechts). Aan de andere kant is het koord met een (band)elastiek om een stok gespannen.

Nu is er een “rechte zaai-lijn” met knoopjes aanduiding waar gezaaid moet worden.

Zo wordt het (band)elastiek om het nylon koord gedaan.

Maken

Onderstaande beschrijving staat ook in tip 38 bij D2) Nylon koord met knoopjes;

  • Het nylonkoord is 2 mm dik en kost ongeveer €0,10 per meter lengte. Door elke knoop wordt het koord ongeveer 1,2 cm korter. Houd hier rekening mee.
  • Voor 4,50 meter koord met “om de 10 cm een knoop” is ongeveer 5,20 meter beginlengte nodig. Met eindlus(sen) erbij is een beginlengte van 5,70 meter nodig.
  • Leg de 1e knoop in het midden van het koord. Leg dan elke 10 cm een knoop, vanaf de middenknoop naar één uiteinde. Daarna knopen leggen vanaf de middenknoop naar het andere uiteinde. Zo hoef je geen lang koord door een knoop te trekken.
  • Knopen dichter bij elkaar leggen dan 10 cm is niet zinvol; je moet dan goed meten en heel veel knopen leggen.
  • Zaaien om de 5 cm met een “10 cm koord” kan als volgt: zaai afwisselend bij een knoop en tussen 2 knopen in.

.

63. Bloempotschotel met afsluitbare afvoer.

Na een fikse regenbui of te veel gieten staat het water in een bloempotschotel tot aan de rand. Hierdoor kan de plant in de bloempot verdrinken of rotten.

Om water uit de schotel te “lozen” moet je: bloempot optillen, schotel pakken, schotel leeg gieten, schotel neerleggen, bloempot opzetten.

Het is heel handig als je water uit de schotel weg kunt laten stromen via een afvoerslangetje. Hieronder een beschrijving hoe je zo’n afvoer maakt..

Deze afvoer laat zoveel water uit de schotel stromen dat de bodem van de bloempot “droog komt te staan”.

Nodig:

  • Een bloempotschotel,
  • Een stuk plastic slang van ongeveer 11 mm buitendiameter. Te koop in een dierenwinkel waar ook aquariums worden verkocht (€1,25 per meter).
  • Een priem, een boormachine en spiraalboren.

Maken:

  • Leg de potschotel met de zijkant op een houten plankje.
  • Prik met een priem een gaatje in de schuine rand, 5 mm van de bodem.
  • Boor met een klein, daarna groter en daarna nog groter boortje op de plek van het priemgaatje. Eindig met een boor van 10 mm.
  • Tip: telkens bij een grotere boor, eerst “linksom” daarna “rechtsom boren. Dan blijft de punt van de boor beter op zijn plek.
  • Steek de 10 mm boor “helemaal” door het gat.

  • Snijd of knip ongeveer 7,5 cm slang af.
  • Vouw het begin van de slang “dubbel” en steek het in het gat van de schotel.
  • Duw met een potlood of een rond stokje de “vouw” uit de slang.
  • Aan de binnenkant van de schotel steekt de slang ongeveer 5 mm uit.
  • Als nodig met een mesje plastic schilfers weghalen bij het gat, rond de slang.

Gebruik:

Afsluiten:

  • Buig het stuk slang buiten de schotel naar boven.
  • Buig de slang rond en duw het open uiteinde onder de rand van de schotel.

Openen:

  • Haal het open uiteinde onder de rand van de schotel weg.
  • Duw de slang naar onder totdat die “recht” is.
  • Als nodig in de slang knijpen om die open en rond te maken. Of steek een spijker of stokje van buitenaf in de slang. Daarna weer uit de slang halen.

.

62. (Groenten) wegen met een bagageweegschaal.

Hang een zak met te wegen groenten aan de haak van een bagageweegschaal. Doe de weegschaal omhoog, til de zak van de grond en lees het gewicht af.

Dit model is te koop in een winkel voor huishoudelijke spullen, kost ongeveer €7,00 en kan tot 40 kg wegen. De nauwkeurigheid is 50 gram. Dat betekent: bij 1,65 kg op het scherm is het echte gewicht tussen 1,60 en 1,70 kg is.

Maak een stuk touw “losjes” vast tussen 2 overliggende zijkanten van een krat. Hierna kun je met de bagageweegschaal het geheel wegen.

.

61. Koemestkorrels fijn malen met een (stuk) stoeptegel.

Koemestkorrels kunnen gemakkelijk fijn gemalen worden, als volgt:

Koemestkorrels in een kuipje

mestkorrels 1

Leg een krant in een lage kartonnen doos. Leg daar een halve stoeptegel op. Strooi mestkorrels op de halve stoepregel.

mestkorrels 2

Draai en druk met een stuk stoeptegel op de mestkorrels om die fijn te malen.

mestkorrels 3

Haal de stoeptegels weg. Schud de gemalen mestkorrels op de krant.

mestkorrels 4

Zeef de gemalen mestkorrels door een keukenzeef in een (wit) bakje.

mestkorrels 5

Fijngemalen gezeefde mest in een (wit) bakje.

En grof gemalen mest in een zeef. Je kunt dit nogmaals fijnmalen en zeven.

.

60. Klein maatschepje voor kleine (groente)zaadjes.

Er bestaat wel een maatschepje voor koffie, maar geen schepje om kleine zaadjes uit een zaadzakje te scheppen. Je kunt zelf zo’n schepje maken.

Met dit maatschepje kun je elke keer 70 tot 80 wortelzaadjes uit het zaadzakje “scheppen”. Dat kan handig zijn voor het zaaien.

Gemaakt van een oude balpen:

Nodig: een balpen, een plastic eierlepeltje en schroefjes M2 (2 mm doorsnede).

Deze balpen heeft aan de achterkant een klein luchtgaatje.

Haal de stift uit de balpen.

klein maatschepje 7b

Zaag ongeveer 1 cm van de “achterkant” van de doorzichtige huls af.

Als nodig, maak het luchtgaatje groter met een 2 mm boortje.

Zaag het plastic eierlepeltje in tweeën. Boor een 2 mm gaatje in het steeltje.

Schuur de plastic flintertjes van het buisje en steeltje af.

  • Maak het buisje vast op het steeltje met 2 mm schroefjes;
    • Met 1 boutje en 2 moertjes zit het schepje stevig op het steeltje.
  • Steek het schepje in een zakje met zaadjes tot vol, schud de zaadjes in een bakje en tel hoeveel zaadjes er zijn.
  • In bovenstaand schepje (5 mm rond, 6 mm hoog) passen ongeveer 75 zomerwortelzaadjes of 35 preizaadjes.

.

Gemaakt van een beschermkapje over een tandenragertje:

Over   deze ragertjes  , (uit een drogisterij), zitten handige beschermkapjes.

  • In zo’n beschermkapje is een luchtgaatje. Boor dit gaatje groter naar 2 mm.
  • Schroef het kapje op het lepelsteeltje met 2 mm schroefjes.
  • Zaag of snijd het beschermkapje op de gewenste lengte.

.

59. Twee stukken elektriciteitsbuis aan elkaar maken (voor een bogentunnel).

Bij een “bogentunnelkas” staan plastic elektriciteitsbuizen in een boogvorm in de tuingrond. Is de buis te kort, dan kun je 2 stukken buis aan elkaar maken:

  • Er zijn 2 maten plastic elektriciteitsbuis; dun (5/8 inch, 16 mm) en dik (3/4 inch, 19 mm). Een dunne buis past gemakkelijk in een dikke buis.
  • Steek 2 dunne buizen in een stukje dikke buis. Boor 2 gaatjes door de buizen. Steek een bindstripje door elk gaatje en maak elk stripje dicht aan de binnenkant van de boog (zodat plastic folie over de bogen niet beschadigt).

Of steek 2 stukken dikke buis over een stuk dunne buis en maak vast met strips.

Is de overgang van dikke naar dunne buis te ruw voor het plastic folie, doe dan plakband of tape over de overgangen.

.

58. Waterbuisjes als zaaihulp.

Met waterbuisjes en elastiekjes kun je een hulpmiddel maken om zaadjes op de gewenste plaatsen op een zaaibedje te laten vallen.

Zo ziet het zaaihulpje er uit.

Gebruik:

  • Zet het zaaihulpje op de gewenste zaaiplek.
  • Pak elk zaadjes met je vingers of pincet vast en laat het in een buisje vallen.
  • Of laat elk zaadje uit een “schuifvalbakje” in een buisje vallen.

Zaaibeeld van preizaadjes op zilverzand. Elk zaadje ligt in een rondje (afdruk van buisje). De zaadjes liggen ver uit elkaar.

Maken:

Snijd met een scherp mes (voorzichtig) de bodem en een stuk van de  “bovenzijde” van elk buisje af. Elk uitgesneden buisje is ongeveer 6 cm lang.

Doe 2 kleine elastiekjes strak om het dikke deel van de 3 (of 4) waterbuisjes.

.

57. Plastic bloempotje om handschoenen te laten drogen.

Na een klusje zijn latex handschoenen aan de binnenkant vaak nat van het zweet. Na het werk kun je elke handschoen “binnenstebuiten” van je hand afhalen. Daarna kun je elke handschoen laten opdrogen voor later gebruik.

Opgehangen drogen:

Hang elke handschoen over de rand van een “aangepast” bloempotje aan een waslijn. De handschoen droogt aan de binnenkant en aan de buitenkant.

Keer de droge handschoen weer “goed”. Daarna kan die weer gebruikt worden.

Maken:

  • Gebruik plastic bloempotjes waarbij de rand iets groter is dan de rand van de handschoen (zodat die er niet afvalt tijdens het drogen).
  • Knip uit elk bloempotje de bodem.
  • Knip 2 V-vormige sleuven (“vinkjes”) uit de zijkant van het potje.

Bij niet gebruik kun je de “ophangpotjes” als bloempotjes opstapelen.

.

Liggend drogen:

De volgende werkwijze gaat nog beter.

  • Haal elke handschoen binnenstebuiten van je hand af.
  • Leg elke “binnenstebuiten”-handschoen op een vlakke doek. Spreid de vingers van de handschoenen.
  • De handschoenen drogen op de doek en in de lucht.

  • Als de handschoenen opgedroogd zijn:
    • Keer de droge handschoenen weer “goed”.
    • Daarna kunnen die weer gebruikt worden.

  • Je kunt de handschoenen terug in de verpakking doen.

.

56. Planten water geven via een bak en slangen.

Met een balkonbak en slangen kun je veel planten tegelijk water geven.

Nodig:

  • Plastic balkonbak, bijvoorbeeld 1 meter lang,
  • Dun plastic (groen) slang,  1/2 inch (12.7 mm) buitendiameter of iets dunner, te koop in dierenwinkels
  • Tuinslang, (zwart/groen) “gewone uitvoering”, te koop in tuinwinkel, DHZ winkel, binnendiameter 12,5 mm.

Maken:

  • Boor gaten in de zijwand vlak boven de bodem van de balkonbak.
  • Elk gat is 1 mm kleiner dan de buitenmaat van de dunne groene slang. Dan past de dunne groene slang strak en waterdicht in het gat in de bak.
  • Houd tijdens het boren een houten plankje tegen de binnenkant van de bak.

  • Alle gaten zijn in de wand geboord.

  • Knip uit de dunne groene slang stukjes van ca 5 cm lang.

  • Vouw 1 eind van het stukje dun groen slang “dubbel” en steek het (van buiten af) 1 cm in de bak. De dunne groene slang heeft nu een “deuk”.

Duw met een rond stokje de “deuk” uit stukje dunne groene slang

.

Steek alle stukjes dun groen slang in alle geboorde gaten van de balkonbak.

  • (Als nodig het eind van de dunne groene slang “dubbelvouwen” (deuk)).
  • Schuif een lang stuk zwart/groen tuinslang over het stukje dunne groene slang tot tegen de bak.
  • (Duw als nodig de deuk uit het stukje dunne groene slang met een stokje).

.

Heb je    d u n n e r e    groene slang , doe het volgende:

  • Doe een bindstrip strak om een lang stuk zwart/groen tuinslang.
  • Schuif het stuk zwart/groen tuinslang (met bindstrip) over het stukje dunne groene slang tot tegen de bak.
  • Ga na of het zwart/groen tuinslang (met bindstrip) strak over de dunne groene slang past. Als nodig de bindstrip nog wat strakker aantrekken.

.

  • Meet hoe lang de stukken zwart/groen tuinslang moeten zijn.
  • Maak alle stukken zwart/groen tuinslang aan de stukken dun groen slang vast op de wijze zoals hierboven beschreven.

Zet de balkonbak op een verhoging van stoeptegels of bakstenen. Leid alle stukken zwart/groen tuinslang naar de gietranden van de planten.

.

De tuinslang ondersteunen

Tussen de balkonbak en een plant moet de zwart/groene tuinslang aflopen, zodat er geen water in de zwart/groene tuinslang blijft. Daarom moet de zwart/groene tuinslang ondersteund worden;

  • Leg elke zwart/groene tuinslang aflopend op bakstenen op de grond.
  • Of leg elke zwart/groene tuinslang op schuin aflopende tuingrond.

.

Bovenzijde balkonbak dicht en balkonbak “vormvast”

Leg een vlakke plaat (bijvoorbeeld 2 stukken plexiglas) op de balkonbak. En daarop stenen. De balkonbak blijft zo schoon en vrij van slakken.

Doe nylonkoord om de balkonbak, de zijwanden wijken dan niet naar buiten (en de plaat valt niet in de bak).

.

Slakjes in de zwart/groene tuinslang

Aan de open uitstroomkant van de zwart/groene tuinslang kunnen slakjes in de slang kruipen. Dan stroomt er minder water door de slang naar de plant.

Je kunt een “horrengaas-kousje” over de uitstroomopening van de tuinslang maken. Het is ook slim om de uitstroomopening van de groenzwarte slang tussen steunstok en plant te klemmen. Zie bovenstaande foto’s.

.

Horrengaas-kousje maken

Nodig:

  • stuk horrengaas, ongeveer 14 bij 10 cm.
  • elastiekje.

Maken:

  • Knip een stuk horrengaas uit. Je kunt een kartonnen mal gebruiken. Handig als je veel stukken horrengaas nodig hebt.

  • Rol het stuk gaas om een stukje (3 cm) zwart/groene tuinslang.

  • Vouw het gaas dubbel en doe een elastiekje om de slang.

Het horrengaaskousje zit nu goed over de uitstroomopening. Doe elk jaar een nieuw elastiekje om het horrengaaskousje.

.

Winterbewaar

Haal alle stukken zwart/groene tuinslang los en leg ze  in de bloemenbak. Zo is er weinig opslagruimte nodig.

.

55. Extra steun voor paprikaplanten in een speciekuip.

(In plaats van een speciekuip kun je ook een grote bloempot gebruiken).

Je kunt (3) paprikaplanten in een laag compost in een grote speciekuip laten groeien. En de planten vastmaken aan bamboestokken die met latten en beugels rechtop worden gehouden.

Maken:

Ga na hoe de latten op de rand van de kuip passen en hoe lang ze moeten zijn. Je kunt geschaafde latten, 12 x 27 mm gebruiken.

Zaag elk lat op lengte en boor 2 gaten van 5 mm; elk gat bij het eind van de lat.

Schroef op elke lat een beugeltje vast, midden van de lat op de smalle zijde.

Nodig om 1 lat vast te maken op de rand van de kuip (alles 5 mm): 1 bout M5, 2 moerplaatjes, 1 (vleugel)moer M5.

  • Boor gaten van 5 mm in de rand van de kuip.
  • Doe een moerplaatje om de bout.
  • Steek de bout, van onder naar boven, door het gat in de kuip.
  • Schuif de lat over de bout.
  • Doe een moerplaatje op en schroef er een (vleugel)moer op.

Maak alle latten vast op de kuip. Steek de bamboestokken door de beugels. Maak de paprikaplanten vast aan de (bamboe)stokken met plastic strips.

paprikasteun4

Later, met grote paprika’s aan de takken, kun je de takken steunen zoals beschreven bij  17. Eenvoudige steun voor zware takken bij de paprikaplant.

Je kunt ook zulke “beugels” gebruiken om de (bamboe)stokken vast te maken.

.

Eenvoudige uitvoering.

In plaats van houten latjes kun je nylonkoord met lussen gebruiken om de bamboestokken te steunen. Hieronder een beschrijving;

Nodig:

  • 3 schroefhaken, platte ringen en moeren M5 (= 5 mm schroefdraad),
  • (rond) nylonkoord.

Maken:

  • Bepaal waar de schroefhaken in de rand moeten komen (uitmeten).
  • Boor een 5 mm gat in de rand van de kuip,
  • Steek een schroefhaak met grote platte ring van boven naar onder in het gat,
  • Doe onder de rand een kleine platte ring op de schroefhaak en draai er een moer op. Draai de moer vast.
  • Doe deze bewerkingen op 3 plaatsen in de rand van de kuip.

.

  • Vul de kuip met een laag compost, ongeveer 15 tot 20 cm dik.
  • Knoop één eind van het koord vast aan één schroefoog.

  • Maak ongeveer 20 cm verder een lus in het koord en steek een bamboestok door de lus. Zet de bamboestok verticaal in de laag compost.
  • Steek het koord door het volgende schroefoog. Zorg er voor dat het koord strak gespannen wordt (is).
  • Doe bovenstaande bewerkingen bij elk volgend schroefoog.

.

  • Knoop het losse eind van het koord vast aan het eerste schroefoog. Leg extra knopen in het koord. Als nodig het losse koord korter maken (afknippen).

Zet de (3) paprikaplanten in de kuip. Maak elke plant vast aan een bamboe stok. Dat gaat handig met een plastic stripje.

De kuip met 3 schroefogen, nylon koord, 3 bamboestokken en 3 paprikaplanten.

eenv B

Je kunt ook tomatenplanten in een speciekuip of grote bloempot planten.

eenv A

grote emmer tomatenplant

Of zet tomatenplanten in een grote emmer met compost. Maak de bamboestok aan de emmer vast met een bindstripje door het oog van het hengsel.

.

54. Stambonen vrijhouden van de ondergrond (tip van Wim).

Wim is een tuinder. Wim stuurde mij enkele tuintips (nr 49 – 54). Bedankt Wim.

Bij een natte zomer is het een ergernis dat bonen op de natte ondergrond zakken, verrotten en/of door slakken worden opgegeten. Hiervoor is een raamwerk van pvc installatiebuis met gaas gemaakt. Het raamwerk staat op ijzeren pennen ca. 10 cm boven de ondergrond. De bonen groeien door de mazen van het gaas naar boven waardoor ze niet zo gemakkelijk omvallen. Als ze toch naar beneden zakken blijft het grootste gedeelte vrij van de bodem.

Verdere info:

  • Kippengaas zeskant verzinkt, 50 mm maas,
  • Het raamwerk neerzetten als de bonenplantjes ca 5 tot 8 cm groot zijn,
  • Het raamwerk “hangt” ongeveer 12 cm boven de grond,
  • Afmetingen van raamwerk; 120 cm lang, 30 cm breed.

.

53. Frame met insectengaas (tip van Wim).

Met name voor verbouw van kool kan gebruik worden gemaakt van insectengaas. Hiervoor is ondersteuning nodig die in dit geval van pvc installatiebuis is gemaakt. Om ingroei in het gaas van onkruid te voorkomen wordt er een strook van plasticfolie rondom het vak gelegd. Ca. 50 cm breed. Hierop wordt het gaas vastgelegd met flessen die met zand zijn gevuld. Om uitzetten van de plastic flessen te voorkomen kan een gaatje in de dop worden geboord.

.

52. Koude kweektunnel van golfplaat op 4 houten poten (tip van Wim).

Soms is het prettig om producten in het vroege voorjaar gelijk op de definitieve plaats in de koude grond te zaaien of te planten. Als het te koud is kan gebruik worden gemaakt van een koude kweektunnel. De tunnel is voorzien van een transparante kunststof plaat en 4 poten. De tunnel wordt met de poten totaal in de grond gedrukt.

Als het in de tunnel te warm wordt kan deze omhoog worden gehaald waardoor het in de tunnel wat frisser wordt.

.

51. “Korven” van gaas en dik ijzerdraad om planten te beschermen tegen vraat (tip van Wim).

Dit zijn de “korven” om planten en producten tegen vogels te beschermen.

Op deze foto’s is een korf op betonnen blokken gezet. De onderdelen van het geraamte zijn gebogen van draad (ca. 4mm). Dit draad wordt o.a. gebruikt door rietdekkers. Verder is het afgedekt met gaas.

.

50. Draad met markering op vaste afstand (tip van Wim).

Onderstaand hulpmiddel om op vaste afstanden te zaaien of te planten.

Een draad met markeringen is tussen 2 stokken gespannen.

De afstanden op de lijn zijn gemarkeerd met een stukje geïsoleerde koperdraad.

Gebruik je dun koord, dan is bij nr 5 (“Touwtje met binddraadjes op vaste afstanden”) een ander ontwerp beschreven.

.

49. Staken vastzetten met draadspanner (tip van Wim).

Bonenstaken bind je bovenaan bij elkaar. Dit geeft vaak pijnlijke vingers en het gevoel dat de staken niet strak aan elkaar gebonden zijn. Er kan gebruik worden gemaakt van draadspanners. De draadspanners uit de winkel zijn eigenlijk te groot voor dit werk. Als het touw op de gebruikelijke wijze bij deze spanners wordt gebruikt knapt het kapot of de staken komen niet vast te staan.

Daarom is het idee om een extra pen in de spanner te maken om dit probleem op te lossen. Zie onderstaande foto’s die Wim erbij stuurde.

Drie staken bij elkaar gebonden met de aangepaste draadspanner. De draad loopt niet door het gat in de spanner maar langs de extra pin.

Draadspanner met vastgemaakt draad, de extra pen en 2 extra gaten in de spanner geboord.

Uitvergrote foto van de draadspanner met 2 extra geboorde gaten erin en de extra pen in de spanner gestoken.

Bindstrips gebruiken:

Je kunt ook stevige tie-wraps (bindstrips) gebruiken om bonenstaken vast te zetten, zoals te zien is op bovenstaande foto.

.

48. Flesjes op stokken, ijsstokjes als naamplaatjes, lege yoghurtbekers om in te zaaien (enkele tips van Liane).

Liane heeft enkele eenvoudige tips en ideeën voor hulpmiddelen gestuurd. De uitgebreide beschrijving van haar tips staat in een reactie onder dit bericht.

Hieronder een samenvatting.

  • Lege plastic drinkflesjes op stokken in de tuin, als bescherming tegen verwonding.
  •  ijsstokjes gebruiken als naamplaatjes.
  • Lege (yoghurt)bekers gebruiken om in te zaaien. Prik gaatjes in de bodem.
  • Heb je een regenton, vul dan tijdens regenachtige dagen grote plastic flessen met water uit de ton. Voor een extra voorraadje water bij droge tijden.

.

47. Een plastic bloempot gebruiken om (pot)grond of compost te zeven.

Je kunt een plastic bloempot met grote of kleine gaten in de bodem gebruiken als je tuingrond, potgrond of compost  wilt zeven.

vroege zowo 54

Gebruik een grote bloempot als je veel compost of grond wil zeven.

Of gebruik een bloempot mat gaasbodem. Zie in deze tip nr  82.

.

46. Een dun laagje grond strooien met een bloempotje.

Na het zaaien wordt vaak een dun laagje grond op het zaaisel gestrooid. Dat gaat goed via de gaten in de bodem van een plastic bloempotje.

Zet een bloempotje op de grond. Doe er een dun laagje vochtige tuingrond in. Pak het bloempotje op en houd het boven het zaaisel.

Schud, of tik tegen het bloempotje om de tuingrond door de gaatjes te laten vallen. Op de foto’s zie je een dun of iets dikker laagje grond in een witte bak.

.

45. Stukjes krulsnoer om staakbonen te leiden (zie ook nr 36 en 11 in deze tip).

krulsnoer 1

krulsnoer 2

Je kunt stukken dubbeldradig krulsnoer van elektrische apparaten gebruiken om staakbonen te leiden. Knip eerst de stekkers van het snoer af.

krulsnoer 3

Ga na hoe lang het stukje krulsnoer moet worden; draai een krulsnoer om een staak en geef aan (bv met een punaise) hoe lang het stukje snoer moet worden.

krulsnoer 4

Haal het krulsnoer van de staak los en haal de punaise er uit. Knip het krulsnoer door bij het gaatje van de punaise. Dit stuk krulsnoer heeft 4 krullen.

krulsnoer 5

Uit een (scheer)apparaat-krulsnoer kun je veel stukken knippen.

Als je dubbeldradig krulsnoer “splitst” krijg je enkeldradig krulsnoer. Maar bij staakbonen is  dubbeldradig krulsnoer beter dan enkeldradig krulsnoer:

  • Dubbel krulsnoer is gemakkelijker aan te brengen en weg te halen.
  • Dubbel krulsnoer drukt minder hard op de bonenstengel.
  • Dubbel krulsnoer blijft beter in vorm rond de staak.

Oefenen:

Trek een stuk dubbeldradig krulsnoer helemaal open. Draai het om een staak. Als het krulsnoer (te) strak om de staak is, trek dan aan een krul om het minder strak te laten zitten.

Vastmaken:

Trek het krulsnoer helemaal open en “vang” alle ranken die je wilt vastmaken. Duw het krulsnoer met de “gevangen” ranken tegen de staak. Draai het krulsnoer rond de staak.  Trek het krulsnoer losser als de ranken te strak zitten.

.

De beste werkwijze:

  • Deze werkwijze (nr 45) is de beste en de handigste. Veel gemakkelijker dan de manier van nummer 36 (ijzerdraad) of 11 (plastic strips) van deze tip.

.

44. Afdekstrook voor zaaisel.

Om zaaisel te beschermen tegen felle zon en uitdroging kun je plaatjes of plankjes op een zaaivoortje leggen.

Of een strook stof met steunlatjes. De stof zit tussen een lang breed latje en een kort smal latje geschroefd. Deze strook is ongeveer 150 cm lang en 15 cm breed.

De strook ligt met de lange brede latjes naar onder op het zaaivoortje. Aan elk eind van de strook ligt een baksteen op de latjes tegen wegwaaien.

.

43. Te openen gietrand.

Om een plant veel water bij de wortels te geven kun je een “gietrand” gebruiken.

Zo ziet een gietrand eruit die je over een kleine plant of een dunne stengel zet.

Over een grote, brede plant kun je zo’n te openen gietrand zetten. Een stevige papierklem houdt de gietrand waterdicht.

Maken: Knip een hoge gietrand uit een grote plastic bloempot. Knip de zijwand door. Vouw elk uiteinde ongeveer 1,5 cm dubbel en klem het tussen 2 plankjes in een bankschroef. Haal het uiteinde na 30 minuten los en vouw  het tot |_ .

Vouw de gietrand om een plant. Zet de papierklem op. Druk de gietrand enkele cm in de grond. Nu kun je water ingieten om de plant (veel) water te geven.

.

42. Aardappelen poten met behulp van een bollenplanter.

Je kunt heel handig met een bollenplanter pootgaten maken bij aardappelen poten. Zoals onder andere   hier   staat beschreven.

Handig: span boven de grond een touwtje met knoopjes of stukjes (groen) draad op vaste afstanden. Onder elk knoopje (of draad) wordt een aardappel gepoot.

Op deze bollenplanter staat een aanduiding voor de plantdiepte in centimeters.

Steek de planter in de tuingrond.

  • Haal de planter met tuingrond uit de grond.
  • Strooi tuinaarde in het gat als het te diep is.
  • Leg de pootaardappel in het gat in de grond, met de spruit(en) naar boven.

Open de bollenplanter boven het gat en laat de tuingrond in het gat vallen.

De pootaardappelen zitten ongeveer 10 cm onder de grond. Later ga je vaak “aanaarden“; hierbij schuif je tuinaarde tegen de zijkant van de planten. De aardappelplanten groeien dan in lange heuvels, met voortjes tussen de heuvels. De tuingrond in het heuveltje wordt warmer en droger, de aardappelen groeien iets sneller. De eetaardappelen liggen “diep” onder de grond, komen niet bloot te liggen en kleuren daardoor niet groen door zonlicht.

Mijn ervaring: handmatig aanaarden is zwaar werk dus dat doe ik niet.

.

Dieper planten, niet aanaarden:

Wil je niet aanaarden, dan kun je het volgende doen;

Maak een diep(er) plantgat, ongeveer 15 cm diep. Je kunt de bollenplanter in de grond wiebelen om een \   / vormig gat te maken.

Leg of werp de pootaardappel in het diepe pootgat.

Giet water in het pootgat vlak na het planten. Strooi een dun laagje tuingrond op de aardappel in het pootgat. De stengels van de plant kunnen gemakkelijk door het dunne laagje grond groeien.

Strooi extra tuingrond in de pootgaten (bedek stengels en bladeren) als er nachtvorst wordt verwacht.

Als de blaadjes toch bevroren zijn, dan komen er later weer nieuwe blaadjes en stengels aan de plant. De plant gaat niet dood, maar de groei is vertraagd.

De tuingrond vlak na het poten; diepe pootgaten in de grond.

eenv D

eenv E

De tuingrond enkele weken later; aardappelplanten in vlakke tuingrond.

Mijn ervaring: deze werkwijze (diep planten en niet aanaarden) gaat erg goed. De eetaardappelen liggen “diep” onder de grond, komen niet bloot te liggen en kleuren daardoor niet groen door zonlicht. De oogst is normaal.

.

Verdere verzorging van de aardappelplanten:

  • Bij het planten en daarna elke 2 weken ‘s-avonds water in de pootgaten (of de voren) gieten. Bij droog weer elke week gieten. Zie ook   hier  , bij stap 6.
  • Span ‘s-avonds zeil of plastic boven de aardappelplanten als er nachtvorst wordt verwacht. Overdag het zeil weghalen.

Zo krijg je grote aardappelplanten en een normale, goede oogst.

.

41. Aardappelen voorkiemen in eierrekjes of op compost.

Pootaardappelen voorkiemen: leg ze op een lichte plaats, bij ca 10 C. Op het internet lees je dat dit handig gaat in eierrekjes, b.v. hier.

Aardappelen na 3 weken voorkiemen in een eierrekje. Je kunt tekst op het eierrekje schrijven, bijvoorbeeld F (ras “Frieslander”) of G (ras “Gloria”).

Je kunt pootaardappelen ook voorkiemen in een bak op een laagje vochtige compost. Sluit de bak gedeeltelijk af, met huishoudfolie of deksel. Sproei af en toe water op de aardappelen en op de compost.

Na 3 weken bij 15 tot 20 gr C zijn er spruiten op de pootaardappelen.

Bij kiemen in compost groeien er ook wortels aan de aardappelen (links op bovenstaande foto). De rechter aardappel is gekiemd in een eierrek, in de lucht.

Pootaardappelen met spruiten en wortels zijn na het planten ongeveer een week eerder boven de grond dan niet gekiemde pootaardappelen.

.

40. Werkwijze om een plant met een grote potkluit uit een bloempot te halen (tip van Frits)

Onderstaand idee is afkomstig van Frits.

  • Snijd een ronde schijf uit de bodem van een bloempot, ongeveer 4/5 deel van de bodem. In de bodem zijn gaatjes voor de waterafvoer. Snijd gewoon van gaatje naar gaatje en het grootste deel van de bodem is eruit.
  • Zet de bloempot voor het zaaien met de bodem op een vlakke plaat. Strooi een centimeter potgrond onderaan. Drukt aan zodat er een dunne vaste laag ontstaat en vul dan het potje verder op en druk dat normaal aan.
  • Als je gaat uitplanten kan je door het gat in de bodem de kluit er gewoon met je duim uit drukken. Meestal blijft deze mooi bijeen.

.

39. Aluminium folie achter binnenshuis opgroeiende plantjes (tip van Frits).

alu folie

Lichtgroen: bakje met plantjes. Blauw: aluminium folie, geplakt op karton.

Zet een bakje met uitgekomen plantjes voor een raam. Neem een stuk alu folie. Plak het op een vel karton. Vouw aan de onderkant 6 cm om. Zet het bakje op deze omgevouwen rand. Vouw het karton met alu folie achter het bakje recht omhoog (verticaal). Vouw beide zijkanten van het verticale karton met folie een stukje om. Je hebt nu een \__/ vormige spiegel achter en naast de plantjes. De plantjes krijgen van alle kanten licht en groeien recht omhoog.

Voor een zuid-raam wordt het te heet voor de plantjes. Een oost-raam is beter.

.

38. Naambordjes geknipt uit luxaflex (tip van Sandor).

Sandor heeft een tip over naambordjes, naamplaatjes naar de site gestuurd.  De beschrijving van zijn tip staat in een reactie onder dit bericht.

Sandor, bedankt.

.

37. Plantensteuntje voor preiplantjes.

Jonge preiplantjes groeien binnenshuis in lange dunne sprieten. Je kunt ze steunen met deze eenvoudig te maken plantensteuntjes.

Gebruik binddraad en maak de steuntjes zoals te zien is op de foto boven.

Steek elk “steuntje” naast een preiplantje. Met elk plantje door het rondje.

.

Wim stuurde mij onderstaande 4 tips (tip 36, 35, 34 en 33).  Wim, hartelijk bedankt.

36. Staken met lussen om de ranken van staakbonen door te leiden. (zie ook nummer 45 en 11 in deze tip).

Staakbonen leiden gaat handig bij bonenstaken die (over de hele lengte) lussen van touw hebben, zie foto hierboven. Heb je bonenstaken van hout dan kun je met een “tacker” (nietmachine) het touw in lussen op de staak bevestigen. De ranken worden door de lussen geleid, vooral onder aan de staak. Vaak groeien de ranken daarna vanzelf door de lussen hoger aan de staak.

Wil je niet “tacken” (nieten) of heb je bonenstaken van metaal of bamboe dan kun je het touw als volgt in lussen aan de bonenstaken bevestigen (idee v Sjef);

Nodig:

  • 2 spanklemmen (bouwmarkt of aanbieding bij huishoudwinkel).
  • Dun nylon koord, ca 50 cm lang. Houd elk uiteinde van het koord even in een (kaars)vlam om het plastic te smelten. Maak aan 1 kant een lus in het koord.

Vastmaken:

Maak één eind van het koord onderaan de bonenstaak vast met een spanklem.

Draai het andere eind van het koord 15 cm hoger om de staak en maak een lus.

Maak 15 cm verder weer een lus om de staak. Zet de eindlus van het koord met de andere spanklem vast aan de staak.

Steek bonenranken achter de lussen. Als nodig kun je een klem wat opschuiven om de lussen losser of vaster te maken.

Lussen weghalen:

Als de bonenplanten hoger zijn dan de bovenste lus kun je het touw en de spanklemmen loshalen.

Wat gaat het best:

De werkwijze van nr 45 (met spiraalsnoer) is de handigste werkwijze, veel gemakkelijker dan de manier van nummer 36 en 11 in deze tip.

.

35. Plankje voor het zaaien op vaste afstand.

Als je een gewas zaait dat je later op een bepaalde afstand moet uitdunnen dan is het handig om een plankje te gebruiken waar deze afstand op is gemarkeerd. Leg op de gemarkeerde afstanden de zaden. Later op die plaatsen uitdunnen.

.

34. Zaaisleuven maken met een houten hark.

Maak een zaaibed klaar met een drietand en een brede houten hark. Span de lijn en druk daarna met de hark een sleuf waarin gezaaid moet worden. Na het zaaien kun je met de hark de sleuf weer dichttrekken.

.

33. Handige opslag van zakjes (groenten)zaad.

Gebruik plastic doosjes van kaas, bijvoorbeeld “Milner”. De zakjes met zaad passen in de kleine doosjes waar de plakken kaas in hebben gezeten.  Grotere zakjes en doosjes met zaad (bv. bonen) kunnen in de doosjes waar stukken kaas in hebben gezeten. Plak een etiket er op en zet het rechtop in een kistje.

.

32. Hulpmiddel om de tuinslang over een rand te hangen.

Ik vul de waterton in de tuin vanuit de waterleiding. Soms floept de slang uit de ton tijdens het vullen. Niet handig, geeft een kliederboel.

Zet de tuinslang op de rand van de waterton vast met 2 spanklemmen naast elkaar. Door het randje van de ton blijven de spanklemmen op hun plaats.

.

31. Planten in de grond zetten met een bollenplanter.

Ik zet elk jaar veel perkplantjes in mijn voortuin (Afrikaantjes, Petunia, Salvia, Ageratum). Dat gaat heel handig met een bollenplanter:

  • Maak met de bollenplanter een kuiltje in de tuingrond.
  • Strooi als gewenst wat mest of compost onder in het kuiltje.
  • Strooi wat tuingrond in het kuiltje als het te diep is voor het plantje.
  • Zet het plantje in het kuiltje.
  • Giet water in het kuiltje naast het plantje als gewenst.
  • Schuif tuingrond in het kuiltje tegen de potkluit aan. Maak rondom het plantje een “gietrand” (zie laatste foto hierboven).

.

30. Trapje voor staakbonen.

Maak onder een trapje (Excelsior Duostep, €30,00) 2 houten latjes, elk ca 2 cm hoog en 5 cm breed. Schroef bij elke poot het latje met 2 spaanplaatschroeven in de “plastic stop” onderaan. Het trapje is stevig, inklapbaar en past in een fietstas. Heel handig bij het plukken van staakbonen.

.

29. Plaat om potjes met plantjes op te zetten.

Schroef smalle latjes op de rand van een (MDF) plaat. Schuif een (zwarte) plastic zak over de plank. De plastic zak is iets breder dan de plaat.

Vouw de flap van de plastic zak om.

(Of vouw de flap van de plastic zak onder de plank en zet vast met punaises).

Zet bloempotjes met plantjes op de plaat. Na het gieten sijpelt het overtollige water op de plastic zak. Het water stroomt niet van de plaat af door de zij-latjes. Het water verdampt of wordt door de grond in de potjes opgenomen.

.

28. Handige afvalbak voor gft.

Je kunt groente- en fruitafval in een 25 liter afvalbak werpen. Ledig de bak op de composthoop. De bak past in een fietstas (om naar de volkstuin te brengen).

Maken: Zaag uit een andere bak (van hetzelfde model) de bodem met ca 2 cm zijwand. Boor er enkele gaatjes in. Leg de losse bodem op de stripjes in de witte bak. Er is dan 10 cm onder de losse bodem. Zo blijft het afval in de bak droger.

In plaats van een losse bodem kun je een plaat dik plexiglas uitzagen en gebruiken. Zie ook hieronder.

.

Nieuw model:

comp bak 3

Je kunt ook zo’n afvalbak gebruiken, ander model.

comp bak 4

Deze bak heeft een bodemplaat van dik plexiglas.

Maken: Zet de bak op een stuk dik plexiglas (of ander materiaal). Teken met een potlood de omtrek van de bodem van de bak op het plexiglas. Zaag de plaat uit het plexiglas met een decoupeerzaag of figuurzaag.

comp bak 5

Leg de bodemplaat in de bak op de 4 verticale ribben. Vocht (uit het afval) kan langs de bodemplaat naar de bodem van de bak stromen.

comp bak 3

Doe het deksel weer op de bak. Vul de bak met plantenafval en keukenafval.

comp bak 6

Deze bak past ook goed in een fietstas.

.

27. Zaaitips (algemeen)

Deze info komt uit tuinboeken en van mijn eigen ervaring.

Om te ontkiemen hebben zaden vocht, lucht en warmte nodig. Snel na het ontkiemen gaat het worteltje van het plantje in de grond. De stengel met blaadjes gaat daarna naar boven, de lucht in.

Wil je goed zaaien, doe dan het onderstaande. Waarom staat verderop.

Handelingen:

  1. Maak de grond voor het zaaien los met een schepje (of zo) en meng voedingsstoffen (compost, mest, tuinkalk) door de grond als nodig.
  2. Bij diep wortelende gewassen (b.v. wortelen, witlof) ca 20 cm diep losmaken.
  3. Maak een ondiep voortje in de losgemaakte grond, ca 5 cm diep.
  4. Bevochtig de grond in het voortje door en door met koud water. Gebruik een gieter met fijne broes. Houd de broes vlak boven de grond.
  5. Leg of strooi de zaden op de vochtige tuingrond in het voortje.
  6. Strooi een dun laagje vochtige verkruimelde tuingrond op de zaden.
  7. De eerstvolgende dagen geen water op sproeien of opgieten.
  8. Als gewenst, een tunnel of koepel of kas boven het voortje zetten.

Waarom:

  • Punt 1 en 2: De wortel van de plant kan gemakkelijk de grond ingroeien en voedingsstoffen opnemen.
  • Punt 3: Makkelijker water gieten, het voortje ligt lager dan de omgeving (de grond droogt minder snel uit) en het voortje geeft aan waar gezaaid is.
  • Punt 4: Veel gieten is nodig omdat je vlak na het zaaien geen water meer geeft. Met een fijne broes slaat de grond niet dicht tijdens het water geven.
  • Punt 5: De zaden kunnen gemakkelijk water opnemen.
  • Punt 6: Zodat lucht bij de zaden kan komen. De op gestrooide grond is vochtig zodat het zaaisel niet snel uitdroogt.
  • punt 7: Sproei je water tijdens de eerste dagen na het zaaien, dan slaat de grond dicht en kan de lucht niet goed bij de zaden komen.
  • punt 8: Hogere temperatuur dus sneller ontkiemen en groeien.

Na enkele dagen of weken als nodig water in het voortje sproeien (fijne broes).

.

26. Grijs plaatje om ontkiemende zaadjes goed te zien

Sommige ontkiemende zaadjes zijn beter te zien op vochtig toiletpapier als je een grijs plaatje in het papier hebt gevouwen. Zo’n grijs plaatje kun je uit een broodtrommel zagen.

  • Het broodtrommeltje op foto 1 was bij Hema te koop voor €2,50.

trommeltje

  • Een soortgelijk trommeltje is te koop bij o.a. Blokker.
  • Zaag met een ijzerzaag voorzichtig grijze plaatjes uit.
  • De plaatjes zijn ongeveer 6 cm bij 9,5 cm. Deze passen in een 250 grams margarinekuipje.
  • Je kunt bij elk grijs plaatje de 4 hoekjes afronden of schuin afzagen.

.

Je kunt ook een donkerblauw dekseltje (van een diepvriesdoos) gebruiken;

westmark deksel 1

westmark deksel 2

Uit een donkerblauw dekseltje (merk Westmark) is dit plaatje geknipt. Vochtig wc-papier omheen en daar liggen mini worteltjes op.

.

25. Kleine zaadjes (bakje, dopje, kroonkurk, cocktailprikkertje)

Om kleine zaadjes te zaaien is het handig om ze eerst in een bakje of kroonkurk te strooien. Daarna kun je elk zaadje met een pincet oppakken.

Of gebruik een witte dop van een drankpak om de zaadjes in te strooien.

Je kunt kleine zaadjes gemakkelijk oppakken met de vochtige punt van een cocktailprikkertje. Het zaadje blijft aan het prikkertje plakken. Raakt het zaadje vochtige aarde (vochtig papier), dan laat het los van het prikkertje en blijft het op de vochtige aarde (vochtig papier) liggen.

Deze werkwijze is veel handiger en sneller dan zaaien met pincet, tussen duim en wijsvinger of strooien vanuit een zaadzakje.

.

24. Vruchtwisselplan en tuinplan in Excel.

Nieuw: Op de site van Kees de Boon staat een uitgebreide handleiding om in Excel een plattegrond van je tuin te maken. Zie hier:     handleiding    .

.

Vruchtwisselplan

Het is verstandig om elk nieuw seizoen de gewassen op een andere plaats in de tuin te kweken dan de vorige seizoenen. Hierdoor minder uitputting van de grond, minder verarming van meststoffen en minder plantenziekten. In een vruchtwisselplan leg je vast wanneer je wat kweekt. Je kunt Excel gebruiken.

.

Tuinplan

Je kunt in Excel intypen wat en wanneer je zaait, plant of oogst.

.

23. Emmerkasje

Je kunt van een doorzichtige plastic emmer een klein kweekkasje maken. Om over kleine plantjes te zetten. Zo maak je het kasje:

  • Gebruik een lege doorzichtige plastic emmer bijvoorbeeld van vetbollen.
  • Zaag met een ijzerzaag wigvormige openingen in de onderrand.
    • Dit gaat handiger en sneller dan gaten in de emmer boren.
    • Het is ook veiliger dan wiggen maken met een mes.
  • Haal na het zagen restjes plastic weg met een schilmesje en schuurpapier.

Zet deze emmer over een doorzichtig potje om een dubbel kasje te vormen.

.

22. Eenvoudige “donkere ruimte” voor witlof

Witlof groeit als plant in de tuin. Vanaf september worden de planten uit de grond gehaald, wordt het loof kort afgesneden en worden de planten (witlof-wortels) in potten met vochtige compost gezet. In het donker groeit op elke wortel een witlofkrop. Je hebt dus een donkere ruimte nodig. Dat kan als volgt:

Donkere ruimte (kartonnen doos):

Zet een kartonnen doos op de kop over de pot met witlofwortels. Als nodig karton wegsnijden om luchtgaten te vormen. De doos moet hoog genoeg zijn om over de kroppen in de bloempot te passen.

.

Donkere ruimte (kartonnen cilinder), heel handig:

karton 1

Gebruik 2 vellen karton (50 x 70 cm), wasknijpers en paperclips.

karton 5

Buig 2 vellen karton, 50 cm hoog. Maak (boven en onder) vast met paperclips.

witlofdonker18a

karton 6

karton 7

Maak met wasknijpers luchtopeningen in de cilinder (aan de zijkant). Zet de cilinder over de (bloem)pot met witlofwortels.

Leg op de cilinder een lage kartonnen doos. Meer info bij tip 24) Witlof kweken.

Deze donkere ruimte is eenvoudig te maken en werkt goed.

.

21. Kippenvoer (gemengd graan) als groenbemester

Begin oktober kun je rogge in je tuingrond zaaien. In de winter is de grond bedekt met lage roggesprietjes. Er spoelen dan minder voedingsstoffen uit de grond tijdens winterregen. Spit de rogge in het voorjaar onder.

Winterrogge is niet makkelijk te verkrijgen.

Je kunt ook “gemengd graan”, kippenvoer, zaaien met hierin hele zaden van tarwe, gerst en haver (en gebroken mais). Te koop in een diervoederwinkel.

Koop gemengd graan (en niet gebroken graan); gebroken zaden kiemen niet.

Zaai gemengd graan ‘s-avonds en werk het diep in de grond. Anders eten merels veel zaden op.

kip 7

Na het zaaien kun je gaas op de grond leggen. Tegen vogelvraat. Dat kan zo:

kip 3

Maak met een hark een verlaagd gebied van ongeveer 1 m2. En maak een dijkje.

kip 4

Strooi kippenvoer op de tuingrond in het verlaagd gebied.

kip 5

Een (bamboe)stok in de grond geeft aan tot hoever gezaaid is. Duw met een hark de tuinaarde van het dijkje weer over de zaden.

Herhaal deze stappen op andere gebieden van je tuin.

kip 7

Leg kuikengaas op de tuingrond. Bijvoorbeeld het gaas dat over aardbeiplanten wordt gezet tegen vogelvraat (tip 23).

kip 8

Na enkele weken zijn de sprietjes al zo hoog en kun je het gaas weghalen.

kip 9

Tuingrond met groenbemesterplantjes.

.

Te lang:

groenbemester 2

groenbemester 1

Als de groenbemester (te) lang is gegroeid, dan kun je de sprietjes met een heggenschaar korter knippen. Om daarna onder te spitten.

.

20. Vogels voeren in een vlinderstruik

Knip uit een plastic wasmand de bodem met rand. Steek 2 geplastificeerde stokken door de rand. Buig ijzeren haakjes om de stokken.

Je kunt ook een afwasteiltje gebruiken als afdak. Zie verder.

Maak het geheel in de vlinderstruik vast; steek de stokken tussen de verticale takken, doe bindtouw rondom de struik en bind het touw vast aan de stokken. Het touw drukt de takken van de vlinderstruik naar binnen. Kleine vogels (mees, mus, roodborstje) kunnen bij het voedsel, grote vogels niet.

Hang vetbollen en pindanetjes aan de haken. Hang een margarinekuipje met strooivoer aan een stok (bij “Afwasteil) en ijzerdraad” is info over het ophangen van een kuipje). Dank zij het “afdak” blijft het voer blijft droog.

Hieronder foto’s in november, december en januari.

 

.

Haal in april het geheel weg en snoei de vlinderstruik.

Grote vlinderstruik takken gebruiken

Als de vlinderstruik (te) groot is geworden dan kun je de plant uit de tuin halen. Knip de lange takken af en bewaar die voor de volgende winter:

Vul een grote bloempot of speciekuip (met gaten in de bodem) met tuingrond. Steek de lange takken van de vlinderstruik in de grond, tegen de rand van de pot of kuip. Maak het “afdak” met touw vast aan de takken.

Twee mussen en een pimpelmeesje bij de voederplek.

.

Afwasteil en ijzerdraad:

vlinderstruik 1

vlinderstruik 5

Je kunt ook een afwasteiltje gebruiken. Boor gaten in de zijkant van het teiltje, steek stokken in de gaten en maak het geheel in de vlinderstruik vast met touw. Het teiltje hangt ondersteboven (met de bodem naar boven) aan de stokken.

vlinderstruik 2

Buig van dun ijzerdraad zo’n geraamte.

vlinderstruik 3

Klem een leeg 250 grams kuipje in het ijzerdraadgeraamte.

vlinderstruik 4

Zet een ander 250 grams kuipje in het kuipje. Vul het kuipje met strooivoer. Hang het geheel aan de stokken onder het afdak.

.

19. Gereedschap in een compostvat.

In tip 42 staat hoe je een compostvat “ombouwt” tot opslagplaats voor lang en kort tuingereedschap.

Hier staat beschreven hoe je tuinspullen in een “gewoon” compostvat bewaart.

Een plastic compostvat met hierin kort gereedschap, bamboe stokken, stukken gaas, stapplanken enzovoort. Meer hierover in tip 42).

.

18. Vierkante bloempotjes uit een tray knippen

Je kunt planten kopen die in dergelijke trays zitten. Als je vierkante plastic potjes nodig hebt, kun je die uit trays knippen.

.

17. Eenvoudige steun voor zware takken bij de paprika-plant.

Nieuw: als je paprikaplanten snoeit dan krijg je lage planten met enkele grote paprika’s eraan. Je hoeft dan de takken (misschien) niet te steunen.

Onderstaande tip is voor hoog groeiende paprika-planten.

  

Hoge paprika’s groeien in een “Y – vorm” met 2, 3, 4 of 5 zijtakken. Als er zware paprika’s aangroeien kan een tak afbreken. Daarom is ondersteunen nodig.

Vaak is de paprikaplant met een stripje vastgemaakt aan een bamboestok. Van bandelastiek en wasknijpers kun je een eenvoudige steun maken;

  • Leg in een stuk bandelastiek aan 1 kant een grote lus.
  • Ga na welke takken gesteund moeten worden.
  • Zet een wasknijper op de bamboestok.
  • Schuif de elastiek-lus over de stok, tot net boven de wasknijper.
  • Leid het elastiek strak rond de 1e tak, rond de stok, rond de 2e tak, rond de stok, rond de 3e tak enzovoort.
  • Voel intussen hoe strak het elastiek gespannen moet worden.
  • Zet het eind van het elastiek aan de stok vast met de wasknijper.
  • (Laat het losse eind van het elastiek naar onder hangen).
  • Op deze manier kan een tak enkele cm buigen, maar zal niet afbreken.

.

Bamboestok verlengen

Bij een (te) korte bamboestok als plantensteun kun je het elastiek  niet zo vastmaken. Je kunt dan beter de bamboestok eerst “verlengen”, als volgt;

  • Zaag van een bamboestok ongeveer 25 cm af.
  • Zaag van een stuk pvc elektra buis ongeveer 15 cm af.
  • Boor midden in het pvc buisje een gaatje door en door.
  • Steek een bindstripje door de gaatjes, maak het vast, knip het losse eindje af.

Zo maak je een bamboestok ongeveer 25 cm langer.

Een paprika-plant met langer gemaakte steunstok. Links hangen er nog paprika’s aan de plant, rechts zijn die geplukt.

.

16. Hulpmiddel voor snijbonenmolen

Maak een raamwerk van dunne houten latjes om een snijbonenmolen op vast te schroeven. Het raamwerk heeft 4 “uitstekende” schroeven die binnen de rand van de emmer passen (draai de latjes). Gebruik latjes van 12 x 27 mm en  18 x 35 mm. Schroeven en ringetjes zijn M5 (5 mm schroefdraad).

Met een opengeknipte plastic (ijs)bak vallen de snijboonstukjes in de emmer.

.

15. “Plankbrug” voor de opslag van uien

Voor het maken van zo’n plankbrug zijn nodig;

  • 2 Lange planken ca 46 cm lang, 8 cm breed en 1 tot 1,5 cm dik.
  • 2 Korte planken ca 22 cm lang, 9 tot 10 cm breed en 1,5 tot 2 cm dik.
  • 4 Spaanplaatschroeven 40 of 45 mm.

Schroef 2 lange planken aan 1 korte plank, zie de 2e foto boven. Schroef daarna de andere korte plank aan deze 2 lange planken. Telkens met 1 houtschroef.

Een “tuinwinkeldoos” van 39 cm breed past op de plankbrug. Gebruik deze doos ook om de plankbrug eerst haaks te buigen en schroef daarna de planken vast.

Je kunt plankbruggen op meerdere manieren op elkaar zetten met veel of weinig tussenruimte (zie op de bovenstaande foto’s).

Als je plankbruggen zo opvouwt en opstapelt heb je maar weinig ruimte nodig

.

14. “Krantenrok” voor de opslag van aardappels

  • Gebruik veel (opengevouwen) vellen krantpapier van ongeveer 57 x 43 cm.
  • Leg 6 vellen “netjes” op elkaar (dit is stapel 1).
  • Leg 6 andere vellen “netjes” op elkaar (dit is stapel 2).
  • Leg stapel 1 “netjes” op stapel 2.
  • Maak de 2 stapeltjes aan de lange zijde aan elkaar vast:
    • Knijp enkele nietjes in het papier, verdeeld over de lange zijde.
    • Knijp de nietjes ca 3 cm van de rand. Gebruik de tekst of een kantlijn om de nietjes recht naast elkaar te plaatsen.
    • Vouw de 2 stapeltjes weer “open” (middelste foto boven).
  • Maak 3 nieuwe stapels vellen krantenpapier (stapel 3, 4 en 5).
  • Maak op bovengenoemde wijze stapel 3 aan stapel 2 vast, 4 aan 3 en 5 aan 4.
  • Vouw de “open krantenrok” rond 2 boodschappenkratten op elkaar.
  • Maak met nietjes stapel 1 aan stapel 5 vast. Knijp de nietjes door de kranten op plekken waardoor een krantenrok ontstaat die ruim om de kratten past. 
  • De “krantenrok” is nu af.

Doe de krantenrok om 2 op elkaar gezette boodschappenkratten.

Til de krantenrok enkele cm omhoog, vouw bovenaan de krantenrok om. Leg een krant of karton bovenop. De donkere en luchtige aardappelopslag is klaar.

.

13. Tips voor een waterton.

waterton 1a

  • Je kunt een plastic waterton in de tuin gebruiken. Zet die op een mat of op dik plastic op de tuingrond. Tegen beschadiging door stenen of scherpe dingen.
  • Vul de ton ‘s-morgens of overdag met water.
  • Giet ‘s-avonds je planten met (warm geworden) water uit de ton.
  • Schep met de gieter water uit de ton; veel handiger dan vullen via een aftapkraantje (en de ton op een verhoging of een kuil onder het kraantje).
  • Let op: giet koolplanten altijd met koud water.
  • Is het kraantje kapot of afgebroken, maak dan de uitstroomopening dicht. Maak de opening rond met een schaar of een boor. Steek van binnenuit een kurk of rubberstop in de opening. Zie foto boven bij de gele pijl.

  • Bewaar plastic gieters niet in de open lucht (niet in de zon). Bewaar ze bijvoorbeeld in de waterton met een deksel op. (hier is het deksel van de ton voor de foto).

De gieters gaan dan langer mee. In de open lucht breekt zonlicht het plastic af en maakt het bros.

gieter stuk

Deze gieter van een volkstuincollega heeft vele maanden zon gezien.

.

Winteropslag

Maak voor de winter de ton leeg. Doe gieters en de tondeksel in de ton. Zet de ton op de kop, de mat die onder de ton lag bovenop en hierop een stoeptegel.

Bij storm

Tijdens de winteropslag kunnen de lege tonnen omvallen bij storm. Beter is:

  • leg de lege waterton opzij op een mat,
  • met de bodem, naar de meest voorkomende windzijde (westen) toe,
  • leg in elke waterton een mat (op de binnenzijkant van de ton),
  • leg zware stenen of tegels in de waterton op de mat.
  • leg het deksel en gieters in de ton.

Mijn ervaring; zo blijven de watertonnen heel, blijven op hun plaats liggen en alle losse dingen (gieters, deksel enzovoort) blijven in de waterton.

Deksel aanpassing

waterton 6

Ik kreeg een waterton met deze deksel. In het grote gat was een regenwaterbuis.

waterton 3

waterton 4

waterton 5

  • Je kunt uit de bodem van een plastic bloempot een ronde (zwarte) schijf knippen.
  • En met een schilmesje een klein gat in de schijf maken.

waterton 7

  • Knip de zwarte schijf eerst “te groot” uit.
  • Knip daarna plastic van de schijf rondom af totdat de schijf strak op/in het deksel past.

.

12. Brandnetelgier maken

Maken:

Pluk brandnetels en doe ze in een (grote) emmer. Giet water in tot halfvol.

Doe een lege plastic bloempot op de brandnetels. Leg stenen in de bloempot. De brandnetels blijven zo onder water. Zet het geheel in de zon of in de schaduw; in de zon gist het sneller, is er meer stank en meer verdamping van water.

Zeven en bewaren:

Na 1 week: Zeef de brandnetelprut door de lege plastic bloempot en vang de gier op in een kleine (groene) emmer.

Haal hierna de bloempot van de kleine (groene) emmer en schud de bloempot leeg op de composthoop, onder ander plantaardig materiaal (anders stank).

Je hebt nu een lege grote emmer en een kleine (groene) emmer met gier. Giet de gier uit de kleine (groene) emmer weer in de grote emmer.

Giet de brandnetelgier door een plastic zeef in de kleine (groene) emmer.

Hierna heb je een kleine (groene) emmer met dubbel gezeefde brandnetergier.

Op een geschikte plek in je tuin; zet de grote emmer over de kleine groene emmer met gier (tegen stank, verdamping en verdunnen door regen).

.

11. Vastzetstripjes om staakbonen te leiden (zie ook nr 45 en 36 in deze tip).

Dit soort stripjes (12 of 17 cm lang) zijn handig voor het  vastzetten en leiden van de ranken van staakbonen aan de staak.

.

Beste werkwijze:

De werkwijze van nr 45 (krulsnoer) is de handigste werkwijze, gemakkelijker dan de manier van nummer 36 en 11 in deze tip.

.

10. Vastzetstripjes voor paprika of tomaat

Deze stripjes zijn handig voor het  vastzetten van paprikaplanten of tomatenplanten aan een steunstok. Je kunt de strip in een “8-vorm” buigen.

Maar na enkele jaren gebruik in 8-vorm kan het stripje gaan breken of barsten.

Je kunt het stripje beter in een O-vorm buigen bij het gebruik. Stripjes van 11,5 cm zijn meestal lang genoeg om planten vast te maken aan een bamboe stok.

Tomatenplant of paprikaplant vastgezet aan een bamboe stok met een stripje van 11,5 cm lang in een O-vorm. Steek het losse eind in het V-vormig gat (foto links) of in het rechthoekige gat (foto rechts). Beide werkwijzen gaan goed.

.

9. Koolkragen en vastzetpinnen

koolkraag 20

De wortels van een koolplant kunnen worden aangevreten door maden van de koolvlieg. De koolplant groeit niet meer, krijgt lichtgroene of gele bladeren en zit (vaak) losser in de grond. Zie bovenstaande foto’s.

In de wortelkluit van de plant vind je vaak enkele witte maden.

Je kunt een “koolkraag” rondom de stengel van de koolplant aanbrengen. De maden van de koolvlieg kunnen dan niet de grond in om de wortel aan te vreten. Bijkomend voordeel; onder de koolkraag droogt de grond niet zo snel uit.

koolkraag 18

koolkraag 19

Mijn ronde koolkraag past in een gietrand. Door een “inknip” van de rand naar het midden kun je de kraag om de stengel doen. En de stengel van de koolplant past in een een stervormige opening middenin.

Nog beter; leg 2 koolkragen op elkaar, elk met de “inknip” naar een andere kant. De 2 koolkragen sluiten ook bij een dikkere stengel nog steeds goed af. De maden kunnen niet bij de wortel komen.

Maken:

koolkraag 7

  • Je kunt vijverfolie gebruiken, vaak te koop bij tuincentra. Dit stuk folie van 2 x 1 meter kost ongeveer 7 euro.

koolkraag 8

koolkraag 9

  • Gebruik de rand van een bloempot om potloodcirkels op het folie te tekenen.
  • Knip daarna vierkante stukken folie om de cirkels uit.

koolkraag 10

  • Knip de ronde schijven uit de vierkante stukken vijverfolie.

koolkraag 11

  • Vouw één schijf “dubbel dubbel” en druk de folie plat.

koolkraag 12

koolkraag 13

  • Vouw deze schijf weer open.
  • Leg deze schijf op karton of hout.
  • Prik een duimspijker (punaise) in deze schijf, op het snijpunt van de lijnen.
  • Haal de punaise uit deze schijf.
  • Deze “schijf met gaatje” wordt hieronder weer gebruikt;

koolkraag 12

koolkraag 14

  • Zo maak je in meer schijven een gaatje in het midden;
    • Leg veel schijven (zonder gaatje) “recht op elkaar”.
    • Leg de “schijf met gaatje” boven op de stapel met schijven.
    • Zorg dat alle schijven “recht op elkaar” liggen.
    • Prik een punaise recht naar beneden in het gaatje in de bovenste schijf.
    • Prik de punaise door alle schijven die eronder liggen.
    • Haal de punaise weer uit de schijven.
  • Nu is in elke schijf een punaisegaatje in het midden.

koolkraag 15

Gebruik een grote schaar en een klein (nagel)schaartje om de “inknip” en de stervormige opening in de schijf maken. Dat kan als volgt:

koolkraag 16

  • Gebruik de grote schaar om de “inknip” tot net voorbij het midden te maken.

koolkraag 17

(hier is de schijf gedraaid)

  • Gebruik het kleine schaartje om de stervormige opening te maken.

koolkraag 18

De koolkraag is nu gereed voor gebruik.

koolkraag 19

Hier ligt een koolkraag in een gietrand om een koolplantje. Je kunt 2 koolkragen op elkaar om het plantje leggen. Met de “inknippen” recht tegenover elkaar.

koolkraag 21

Koolkragen na gebruik. Eerst de koolkragen schoonborstelen en/of wassen.

koolkraag 22

Schoongemaakte koolkragen na enkele weken “rust”. De stervormige openingen en de inknippen zien er weer goed uit. Klaar voor een nieuw gebruik.

.

8. Pootstok voor preiplanten, witlofwortels of bonenstaken

Je kunt van een (oude) steel van een spade of riek een pootstok maken;

Klem de steel vast.

Zaag aan 4 zijden een schuine zijde. Zo ontstaat er een punt met 4 zijden.

Zaag de 4 scherpe randen weg om een punt met 8 zijden te maken. Gebruik daarna een scherp mes om de punt rond” te maken.

Je kunt met een vijl of zaag merkstrepen op de pootstok maken.

En je kunt een elastiekje om de stok doen om de gewenste diepte aan te geven.

Gebruik:

  • Schuine gaten in de grond maken voor bonenstaken.
  • Gaten in de grond maken voor preiplanten of witlofwortels.
  • Deze pootstok is langer dan een “pootstok uit de winkel”.

.

7. Kweekkasje van een margarinekuipje en een doorzichtig champignonbakje

Je kunt een (doorzichtig leeg) champignonbakje of een bakje van gedroogd fruit op een margarinekuipje zetten om een minikasje te maken.

Laag champignonbakje

In supermarkten kun je champignons in doorzichtige plastic bakjes kopen.

Een champignonbakje past over een 250 grams margarinekuipje.

En ook over een 450 grams margarinekuipje met afgeknipte bovenrand.

.

Hoog champignonbakje

Er zijn ook hoge champignonbakjes te koop.

Met een papieren sticker op de bodem. Laat je het lege bakje en de sticker helemaal opdrogen, dan kun je met een schilmesje de sticker lostrekken (dus niet eerst weken in water).

champignonbakje 9

Of zonder papieren sticker op de bodem. Scheelt veel gepeuter en gescheur.

Een laag en een hoog champignonbakje naast elkaar.

Een hoog champignonbakje past ook over de margarinekuipjes. Dit dekseltje past op een hoog en een laag champignonbakje.

.

Ander hoog champignonbakje (met sticker op de bodem)

champignonbakje 10

champignonbakje 11

Er is ook een doorzichtig champignonbakje met vlakke zijkant (geen ribbels). Dit bakje is even groot als het bovengenoemde hoge bakje.

.

Gedroogd fruit bakje

fruitbakje 1

Je kunt zo’n bakje gebruiken. Te koop in een grote supermarkt.

preischuif 57

preischuif 58

Dit bakje past op een 250 grams kuipje. Luchtsleufjes aan de korte zijkanten.

fruitbakje 15

En ook op een 450 grams margarinekuipje met afgeknipte bovenrand.  Luchtopeningen bij de ingedeukte lange zijkanten van het kuipje.

fruitbakje 2

fruitbakje 3

Na afweken in water kun je de papieren sticker er af krabben. Er blijft een laagje lijm over die moeilijk weg te halen is. Dus beter niet afweken.

Je kunt beter de droge sticker van het bakje afhalen. dat kan als volgt;

fruitbakje 9

fruitbakje 10

fruitbakje 11

fruitbakje 12

Haal de droge sticker van het bakje af.

fruitbakje 13

fruitbakje 14

Verwijder restjes lijm door (heel vaak) plakband opplakken en lostrekken.

.

fruitbakje 16

Af en toe gaat het verwijderen van de droge sticker toch niet zo goed.

.

6. Lat met vaste afstanden

Maak met een fijne ijzerzaag groefjes op vaste afstanden in een dunne houten lat of plastic strip. Aan elk eind is een omgebogen stuk dik ijzerdraad om de lat in de grond vast te zetten. Handig bij bv zaaien van wortels, prei of uien.

Een nylon koord met knoopjes is veel handiger (zie nr 64).

.

5. Touwtje met binddraadjes op vaste afstanden

In nylon koord kun je op vaste afstanden binddraadjes vastmaken. Handig voor bijvoorbeeld het poten van aardappelen op vaste afstanden in de rij.

Nodig: nylon koord, (groen) binddraad, schaar, duimstok.

Maak een stukje (groen) binddraad vast in een “lus” in het nylon koord.

Draai het binddraad. Trek het nylon koord strak. Knip stukjes binddraad af.

Maak zo “om de zoveel cm” een stukje binddraad vast aan het nylonkoord.

Maak aan het andere eind van het koord een stuk elastiek met een lus vast.

Draai het nylon koord op een kartonnen kaartje met gleufje. Dan raakt het koord niet in de war. Schrijf op: de tussenafstand en waarvoor je het koord gebruikt.

In plaats van binddraadjes kun je in het nylon koord op vaste afstanden knoopjes leggen, dat is veel gemakkelijker. Zie nr 64 van deze tip.

.

4. Elastiek voor recht zaaien of planten

Span dun elastiek over de grond om in een recht rijtje te zaaien of planten. Elastiek is beter dan touw, elastiek is altijd strak. Koop dun elastiek op de markt, in een huishoudwinkel of in een supermarkt.

Draai het elastiek op een kaartje met gleufje. Dan raakt het niet in de war.

.

3. Stap-plank voor op losse grond.

Gebruik een stap-plank om op losse grond te staan zonder teveel aandrukken.

Schroef of timmer houten planken aan elkaar. Leg de plank op de grond met de kop van de spijkers of schroeven naar boven en met de punt naar onder.

.

2. Plankje om voortjes te maken (“voortjesplank”)

Verschillende voortjesplankjes. V-vormig en \_/ vormig.

Zaag uit triplex (8 mm dik) plankjes voor het maken van voortjes in de grond.  De plankjes zijn boven ca 22 cm breed. De “V” of  “\_/  vorm is ca 5 cm hoog.  Vijl midden aan de bovenkant van het plankje een groefje. Volg met dit groefje een strak gespannen touwtje of elastiekje om een recht voortje te maken.

Met een 1 kuipje (of 2 kuipjes in elkaar) kun je ook een voortje maken.

.

1. Kweekkasje van margarinekuipjes.

Met een groot en een klein margarinekuipje kun je een kweekkasje maken;

Vul een 250 grams margarinekuipje met zaaigrond. Of zet kleine bloempotjes met zaaigrond in het kuipje. Sproei water op, zaai en dek het zaaisel af. Doe 2 elastiekjes om het margarinekuipje. Zet er een leeg 450 (500) grams kuipje omgekeerd over heen. Door de elastiekjes zakt het grote kuipje niet naar onder.

Haal regelmatig het bovenste kuipje af om na te gaan of er plantjes zijn. Zijn er plantjes te zien, zet dan het onderste kuipje met kleine plantjes voor een raam.

.

Matje:

Je kunt een gootsteenmatje op de zaaigrond leggen en in elk matje 1 zaadje laten vallen. Daarna het matje weghalen en de zaden afdekken.

.

Groot kuipje:

Met 2 lege grote kuipjes (450 of 500 gram) kun je ook een minikasje maken:

margarinekasje 9

  • Knip bij 1 kuipje de bovenrand af.

  • Vul dit kuipje met zaaigrond.
  • Druk de zaaigrond tegen de lange zijkanten van het kuipje. Dan blijft later het opgezette kuipje beter op zijn plaats (en zakt niet naar onder).
  • Sproei water op de zaaigrond.

  • Leg de zaadjes op de grond en dek de zaadjes af.
  • In een groot kuipje kun je meer zaadjes zaaien; 24 in plaats van 15.

  • Zet een ander 450 grams kuipje “voorzichtig” over het onderste kuipje.

.

Wikihow

Ik heb hierover een artikel geschreven in Wikihow.  Mijn foto’s zijn vervangen door plaatjes.  Wil je het artikel lezen?  Klik dan op:  dit artikel   .

23 gedachten over “2) Eenvoudige hulpmiddelen en tips”

  1. Beste Sjef
    Wat goed om al die tips te zien, zo eenvoudig maar zo doeltreffend. Ben een beginnende tuinder en heb zelf 1 klein goed tipje….. naamplaatjes bij je diverse planten in de tuin, ik gebruik een oude kapotte luxaflex, knip ongeveer 30 cm lange strips en schrijf met onuitwasbare stift de namen erop. Door de strip met je vinger een klein beetje in de lengterichting te ‘knikken’ (dus een soort V gootje te maken) blijven ze steviger en zijn ze makkelijk in de grond te steken. Ze blijven lang goed (het materiaal is aluminium!) en ze zijn heel simpel.

  2. Aangenaam verrast door je praktische doe-het-zelf tips! Was net zelf aan het schrijven over brandnetelgier en via jouw blog heb ik toch weer enkele dingen bijgeleerd. Zelf zet ik deze wel in de zon omdat het me zo aangeraden werd.

  3. Hallo Bram,
    Volgens mij kun je de emmer met gistende brandnetels in de zon of in de schaduw zetten. In de zon zal het gisten wat sneller gaan, maar het gaat misschien nog meer stinken. Ik zet de emmer in de schaduw van de bessenstruik van de achterbuur. Dan krijg ik ook minder vragen van de medetuinders; “Wat is dat, Oei dat stinkt, Wat doe je daarmee” enzovoort.
    Ik heb de tekst van tip 2 aangepast want ik weet niet of in de zon of in de schaduw beter is.
    Succes met je blog en groetjes,
    Sjef

  4. Hallo Sjef,
    Ik heb pas je site ontdekt. Je geeft geweldige tips. Het stapplankje heb ik al gemaakt.
    Ook ik heb een paar tips: ik gebruik de drinkflesjes van mijn kleinzoon als bescherming op de steunstokken in de tuin. (Ik heb me een aantal keren lelijk bezeerd). En ook de ijsstokjes van diezelfde kleinzoon komen goed van pas als ‘naamplaatje’. Lege yoghurtbekertjes zijn uitstekende zaaipotjes. Er moeten aan de onderkant wel een paar gaatjes geprikt worden. Dat doe ik met een handboortje. Tijdens regenachtige dagen worden de regentonnen snel vol. Ik vul dan een flink aantal lege frisdrankflessen met water uit de ton. Dan heb ik een voorraadje in droge tijden en het gieten van b.v. tomatenplanten gaat ook makkelijker. Bovendien is het water op temperatuur.
    Ik hoop dat deze tips een bijdrage vormen. Groetjes, Liane

  5. He sjef,

    Ik heb dit jaar je tip voor het zaaien van boontjes met veel succes toegepast in tegenstelling tot mijn schoonvader en mijn broer die tot 4 keer dienden te herbeginnen.

    De andere tips over het zaaien in potjes zijn voor volgend jaar

    Bedankt

  6. Andere mogelijkheid om klimbonen te leiden:

    Opstelling maken van een grootmazig net en 3 stokken.
    2 stokken een deel in de grond plaatsen 1 er dwars bovenop maken.
    Net tussen de stokken vast maken met touwtjes.
    Of alleen touwtjes er tussen maken op verschillende hoogtes.
    Daniel

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.